Splügenpas en Malojapas

Splügenpas en Malojapas hebben een betoverende natuur

In de bergen vind je de mooiste bloemen. Vooral in het Rijndal.
In de bergen vind je de mooiste bloemen. Vooral in het Rijndal.

De Splügenpas nemen we het eerst

De Splügenpas en de Malojapas hebben deze keer onze intensieve aandacht. Nu we eenmaal de Albula en de Julierpas gezien hebben, zijn we heel nieuwsgierig naar de andere passen in onze buurt. Vooral de Splügenpas moet prachtig zijn. Via Tiefenkastel rijden we daarom naar Thusis, van waaruit we linksaf het Rijndal inslaan. De nieuwe weg loopt parallel aan de Via Mala richting Splügen, van waar we de Splügenpas op kunnen rijden.

De Via Mala was vroeger een gevaarlijke weg

“Via Mala” betekent vertaald uit het Italiaans: “slechte weg”. De Via Mala was vroeger echter de enige weg naar Splügen. Ze was berucht om haar vallend gesteente, waardoor veel reizigers gewond of gedood werden. De Via Mala kan men tegenwoordig veel veiliger begaan, vanwege de vele genomen veiligheidsmaatregelen en ze is beroemd om de mooie natuur waar men doorheen komt. We passeren Andeer en komen bij de Roflaschlucht, waar de vroeger zo woeste Rijn zich in het voorjaar nauwelijks door kon persen. Sinds er echter ruim voor die kloof een stuwdam gebouwd is waar de Rijn in een stuwmeertje wat kan uitlopen, heeft in de Sufner See kan deze in het voorjaar niet meer zoveel schade aan de omgeving en zijn bewoners berokkenen.

Splügen: het knooppunt van pasovergangen en het begin van de Splügenpas

Na Andeer wordt het dal weidser en zien we plotseling het dorp Splügen liggen. Splügen ligt op een kruispunt van twee pasovergangen: de San Bernardinopas en de Splügenpas. Deze laatste ligt op de grens tussen Zwitserland en Italië en wordt al meer dan 2000 jaar door reizigers en toeristen gebruikt Geen wonder dat het dorp aan het begin van die pas altijd een levendige handelsplaats was.

De Gotthardtunnel en de San Bernardinotunnel

Sinds de opening van de Gotthardtunnel en de San Bernardinotunnel is het handelsverkeer over de Splügenpas echter sterk verminderd. Tegenwoordig is er nog steeds veel verkeer, vooral van toeristen. De pas is dan ook een belevenis. Beneden het dorp Splügen slaan we daarom linksaf richting Splügenpas en zigzaggen al snel over een comfortabele weg de hellingen van het Rijndal omhoog. Boven komen we in een zo goed als onbewoond en langgerekt hoogdal terecht.

De bergen in naar de Splügenpas

Aan het eind daarvan gaat het in serpentines steil omhoog naar de Zwitserse douanepost, die in een

Aan het eind van het hoogdal gaat het in serpentines naar het douanehuis op de Splügenpas.
Aan het eind van het hoogdal gaat het in serpentines naar het douanehuis op de Splügenpas. Er is echter niemand aanwezig.

natuurstenen huis gevestigd is. We zijn er echter nooit aangehouden ter controle en zien er meestal niemand. Een stukje na de douanepost passeren we aan de rechterkant van de weg een oud tunneltje, waar onze nieuwe weg langszij gelegd is en rijden de laatste meters naar het huis op de pashoogte. Daar is weinig te zien behalve een paar gebouwtjes, de mooie, hoge bergen en de woeste natuur om ons heen en in een rustig tempo zakken we dan ook naar beneden.

Montespluga

Na twee kilometer bereiken we het dorp Montespluga dat aan het stuwmeer met de naam Lago di Montespluga ligt. Het dorpje ligt op goed 1900 meter hoogte vlak aan het meer. Uit de verte lijkt het een verzameling rondgestrooide grijze huisjes, maar het heeft een echte hoofdstraat met hotels en cafeetjes, waar toeristen lekker in de zon op terrasjes kunnen zitten. Montespluga heeft een te eenzame ligging om er wintersporters naar toe te kunnen trekken.

Het dorp Montesplüga vanaf de Italiaanse kant van de Splügenpas.
Het dorp Montesplüga vanaf de Italiaanse kant van de Splügenpas.

Men heeft het wel geprobeerd, maar het lukt toch niet echt, waardoor de hoopvol gebouwde skiliften op de hellingen enigszins staan te verkommeren. We rijden langs het meer en maken aan de overkant een lunchpauze, met een prachtig uitzicht op het dorp. De stuwdam is in 1931 gebouwd en beschermt het Italiaanse dal Val San Giacomo tegen al te grote schades in het voorjaar door het smeltwater van de hoogste bergen.

Het stuwmeer bovenop de Splügenpas

Aan de andere kant van het stuwmeer zien we her en der verspreid eenvoudige huisjes staan. Meestal gebouwd van stenen die men plaatselijk vond. Ze zijn vaak van binnen wat opgeknapt en worden aan bergtoeristen verhuurd, maar in een gedeelte wonen ook bewoners uit het dal die hier met hun vee de zomer komen doorbrengen.

De Italiaanse kant van de Splügenpas

Hoe verder we zakken, des te avontuurlijker de weg wordt. Via diverse avontuurlijke galerijen en tunnels gaat het soms steil bergaf. Af en toe maken we zelfs een haarspeldbochtje in een tunnel of een galerij. Veel auto’s en ook de bus toeteren even voordat ze daar de bocht in gaan. Geen wonder! Wij doen het ook. Zo weet de tegenligger tenminste dat er iets aankomt. Deze weg moet vroeger echt gevaarlijk geweest zijn. Sinds 2007 is ze echter met Zwitserse financiën opgeknapt en veiliger gemaakt,

Via bochtige tunnels en galerijen gaat het vanaf de Splügenpas bergafwaarts, Italië in.
Via bochtige tunnels en galerijen gaat het vanaf de Splügenpas bergafwaarts, Italië in.

maar het is ondanks dat toch goed uitkijken.

Op onze afdaling komen we door diverse tunneltjes.
Op onze afdaling komen we door diverse tunneltjes.

Daarnaast is het een enorm leuke en ook prachtige weg om te rijden. Halverwege is een afslag door een tunnel naar het dorp Madesimo, waar in de winter wintersporters terecht kunnen, maar waar in de zomer ook prachtige wandelingen gemaakt kunnen worden. Wie wil kan zelfs een fikse wandeling door de bergen maken van Montespluga naar Madesimo en daar de bus nemen naar Chiavenna. Wij rijden echter met onze auto langs de afslag naar Madesimo, want we willen zelf ook naar Chiavenna. We komen langs rustige, beschaduwde dorpjes die tegen de berg geplakt lijken. Bij een van de bankjes, vlak bij een dorpje maken we een lunch stop en genieten van de rust. Tot aan Chiavenna blijft het dalen.

Chiavenna

Chiavenna is een mooi stadje op een kruispunt van wegen: de weg naar de Splügenpas waar we zojuist doorheen gekomen zijn, de weg door Val Bregaglia naar de Malojapas en de weg naar het Comomeer. Kruispunten zijn altijd gunstig voor de vestiging van handelsposten geweest en Chiavenna, dat bovendien beschut in een kom tussen de bergen ligt, is er een mooi voorbeeld van. Chiavenna heeft nog een ander voordeel. In haar supermarkten zijn de prijzen voor levensmiddelen een stuk lager dan in Zwitserland. Bij een passenrit is het goed om daar aan te denken.

Het stadje onderaan de Majolapas was een pleisterplaats voor de Romeinen

Het werd al in de 4e eeuw als pleisterplaats door de Romeinen gebruikt. Het is een leuk en levendig stadje, waar de rivier de “Mera” doorheen stroomt. Het heeft ook een prachtige kerk die het bekijken waard is. Bovendien heeft het stadje gezellige terrasjes en voldoende winkels en supermarkten. We stoppen er dan ook en halen er onze weekboodschappen in de supermercato.

Goedkoper dan Zwitserland

Wat een verschil met de prijzen in Zwitserland! Voor hetzelfde geld waar we in Zwitserland twee dagen geleden nog geen bodempje boodschappen in de winkelwagen hadden, hebben we hier onze boodschappenwagen volgeladen. We nemen dus ook maar wat lekkers voor vanavond bij de koffie mee. Een stukje verder vinden we een boekenwinkel waar de ansichtkaarten slechts een derde kosten van de kaarten in Zwitserland. Dat is een meevaller en dus krijgen familieleden en vrienden deze keer een kaart uit Italië, in plaats van uit Zwitserland. Tevreden doen we de kaarten op de postbus en slaan de weg naar de Malojapas in. Even buiten Chiavenna passeren we de waterval van Chiavenna. Prachtig om te zien.

Naar de Malojapas

We passeren Borgo Nuovo en in Villa di Chiavenna stoppen we even voor een echt lekker Italiaans ijsje. Na nog een paar kleine plaatsjes komen we al klimmend bij en tankstation, waar de eenzame eigenaar blij is met een praatje. We vervolgen onze reis en zien even later de zigzaggende, steile opgang naar de Malojapas liggen.

Er staan nog veel natuurstenen huizen in de dorpjes dicht bij de Malojapas.
Er staan nog veel natuurstenen huizen in de dorpjes.

Het vergt weer wat stuurkunsten van de chauffeur, maar de weg is toch niet zo steil en gevaarlijk als de Stelviopas, die ons van een vorige reis nog vers in het geheugen ligt.  Na de pas komen we weer in Zwitserland in het in het Inntal terecht, waar we nog even stoppen bij de Silvaplanersee. Via Silvaplana rijden we de Julierpas over en komen ’s avonds moe, maar voldaan thuis. Daar is het minder mooi weer dan in Italië. Er trekt een onweer op. De lucht wordt langzaam zwart en een half uurtje later stortregent het alsof het nooit meer zal ophouden.

Binnen een half uur na onze thuiskomst van de rit naar de Splügenpas en de Malojapas is de hemel donker en begint het te stortregenen.
Binnen een half uur na onze thuiskomst van de rit naar de Splügenpas en de Malojapas is de hemel donker en begint het te stortregenen.

De hemelsluizen staan blijkbaar open, net als in de rest van Europa.
Hebt u de smaak te pakken, kijk dan ook eens naar het reisverslag van de

Albulapas met de Rätische Bahn, en de Julierpas. Ook het reisverslag van de Vierwaldstättersee is zeer zeker de moeite van het bekijken waard.

Home