spelregels

De belangrijkste spelregels van het opvoeden

Spelregels zijn binnen de opvoeding gewoon noodzakelijk. Niet alleen voor schoolgaande kinderen.

Spelregels binnen de opvoeding zijn noodzakelijk, maar betekenen niet dat ouders naargelang de omstandigheden niet flexibel mogen zijn.
Spelregels binnen de opvoeding zijn noodzakelijk, maar betekenen niet dat ouders naargelang de omstandigheden niet flexibel mogen zijn.

Baby’s, peuters en kleuters moeten al leren dat er bepaalde spelregels zijn waar zij zich aan moeten houden. Opvoeden gebeurt immers al vanaf de babytijd. Veel opvoedingsproblemen met peuters, kleuters en pubers zijn een gevolg van het ontbreken van regelmaat en houvast in het samenlevingspatroon van voor die tijd.

Een goed raamwerk

Om een stevig raamwerk van de belangrijkste spelregels van het opvoeden op te zetten, waar niet alleen kinderen, maar ook ouders houvast aan hebben is hier een rijtje uitgangspunten. Natuurlijk moet iedere ouder zelf beslissen hoe hij of zij ermee omgaat, maar het is wel verstandig om tijdens het opvoeden, aangepast aan de eigen omstandigheden en aan het karakter van het kind, een consequent raamwerk van regels te gebruiken.

De belangrijkste spelregels van het opvoeden:

  • 1. Zorg voor een vaste regelmaat in het verloop van de dag. Vaste etenstijden, vaste slaaptijden, een eventueel kinderprogramma op TV. Een kind vindt rust bij de vertrouwde gang van elke dag.
    2. Gebruik (zo mogelijk!) de maaltijden met het hele huisgezin samen aan tafel. Daar is dan tijd om het onderlinge contact te onderhouden en neem daar dan ook de tijd voor. Haastig eten is niet alleen slecht voor de spijsvertering, maar ook voor de onderlinge verhoudingen. De maaltijden moeten een ontmoetings- en rustpunt zijn in de drukte van de dag.
    3. Schep niet teveel eten op het bord van het kind, want dat zorgt voor een gevoel van onvermogen, waardoor het een hekel aan de etenstijden krijgt.
    4. Zorg wel altijd voor een klein toetje, dat het kind ook lekker vindt, als afsluiting van de maaltijd. Op die manier zorgt men voor een aangenaam einde van de maaltijd.
    5. Laat het kind het laatste uur voor de maaltijd niet teveel drinken, want dan heeft het zijn halve maag al vol en eet slecht!
    6. Dingen die moeten gebeuren, moet u niet vragen, maar tegen het kind zeggen! Op die manier krijgt het kind geen gelegenheid om te weigeren.
    7. Opgedragen bezigheden, zoals bijvoorbeeld het opruimen van speelgoed, moeten uitgevoerd worden. Loop daar dus niet bij weg, maar zorg voor bezigheden in de buurt van het kind, zodat u er oog op kunt houden dat het ook doet wat het opgedragen is.
    8. Vaak mopperen helpt op den duur niet meer. Probeer het te vervangen door bestraffend of vragend naar het kind te kijken. Vaak is dat al genoeg. Als men echter te vaak moppert, hoort het kind u niet eens meer.
    9. Bij het uitvoeren van opdrachten geldt een gouden regel:
  1. Geef de opdracht.
  2. Waarschuw het kind dat er een maatregel volgt als het de opdracht niet uitvoert.
  3. Voer die maatregel uit en straf zo het kind.

Voorbeeld van spelregels bij een opdracht:

  1. U zegt het kind dat het moet opruimen omdat het bedtijd is.
  2. Het kind ruimt niet op, maar speelt door en u zegt dat u zijn speelgoed dan in een zak zult doen en op zolder zult zetten als het niet wil opruimen en het dat speelgoed een tijdlang niet meer zal zien.
  3. Als het kind nog steeds niet opruimt, haalt u een zak en voert de maatregel uit.

Het kind zal misschien schreeuwen en gillen en in de volgende week regelmatig naar dat speelgoed vragen, maar het zal zich de volgende keer wel herinneren dat u uw maatregel ook uitvoert. Soms moet men echter deze maatregel verschillende malen toepassen, voordat het werkt, maar er komt altijd een tijd, waarop het kind toegeeft.

Een van de belangrijkste spelregels: niet schelden

Schelden is echter geen goede methode om het kind tot gehoorzamen te dwingen. Kinderen worden er wel bang door. Een harde stem maakt hen angstig. Beter is het om met een gedecideerde, stevige uitspraak te zorgen dat het kind luistert. Vooral in situaties, waar er gevaar voor het kind dreigt. Bijvoorbeeld als het op het punt staat om de straat op te lopen als er een auto aankomt. Ook vaker dan een keer waarschuwen is funest, want het kind gelooft dan niet meer dat u de maatregel ook uitvoert en zal blijven proberen om uw opdrachten te ontduiken.

Sta dwingelandij nooit toe

Een kind dat iets af wil dwingen door te jengelen, te huilen of te stampvoeten, mag daar geen positieve reactie op krijgen. Weiger in dat geval categorisch om het zijn zin te geven. Het kind moet merken dat dit gedrag er juist voor zorgt dat het zijn zin helemaal niet krijgt en dat gedrag dus zinloos is. Het houdt er dan vanzelf wel mee op. Een kind dat via die weg echter zijn zin door kan drijven, zal dat gedrag ook uitbreiden naar anderen. Door anderen wordt het dan als “lastig” gezien en ook zo behandeld. Niet alleen door volwassenen, maar ook door leeftijdgenoten. Wie van zijn kind houdt, moet er dan ook voor zorgen dat het geen onaangepast gedrag toont.

Een uitgewogen raamwerk van spelregels; niet teveel en niet te weinig

Zorg voor een uitgewogen raamwerk van spelregels, dus van geboden en verboden en houd het kind daar ook aan. Laat de grenzen niet vervlakken, want dan weet het kind niet meer waar het aan toe is. Vooral de verbodsregels gelden niet alleen binnenshuis, maar overal waar u het kind mee naar toe neemt. Mag het kind bij u thuis niet zonder toestemming aan de computer, dan mag het dat ook niet bij anderen.

Niet vragen, maar zeggen

Wilt u het kind iets laten doen, zoals bijvoorbeeld zijn kamer opruimen, zeg dat dan. Vraag in dat geval nooit “of hij zijn kamer eventjes wil opruimen”, maar zeg duidelijk: “Ik wil dat jij je kamer nu gaat opruimen.” Op een vraag kan door het kind immers heel gemakkelijk “nee” geantwoord worden. Op een opdracht is dat al veel moeilijker.

Het kind opvoeden met respect voor anderen

Zorg voor een opvoeding met respect voor de vrijheid van anderen. Het kind moet leren dat het andermans spullen niet zonder toestemming mag gebruiken en  al helemaal niet mag beschadigen of vernietigen. Slaan, schoppen, bijten en knijpen naar anderen moet meteen bestraft worden.

Leer het kind zich in te denken in anderen

Empathie is voor een gedeelte aan te leren. Een deel zit ook in het karakter, maar men kan het kind ook leren aan te voelen wat een ander voelt, zodat het daar rekening mee kan houden. Heeft het kind iemand op de een of andere manier beschadigd, probeer hem dan te laten voelen hoe hij zelf zich in de situatie van de ander gevoeld zou hebben en laat hem zo mogelijk zelf de schade herstellen en minstens zijn/haar excuus aanbieden.

Een rustige omgeving

Zorg vanaf de geboorte van het kind voor een rustig opvoedingsklimaat. Vermijd gevlieg en gehaast bij het opstaan en bij de maaltijden. Sta daarom ‘s morgens ook op tijd op. Er moet rustig gegeten kunnen worden en de maaltijden moeten ook de rust geven om het onderlinge contact te onderhouden en te verbeteren.

De vrije tijd van het kind

Geef het kind voldoende vrije tijd om zijn eigen gang te gaan. Een kind moet tijd hebben om zich in zijn eigen tempo te ontwikkelen met het aangeboden spelmateriaal. Een keertje vervelen is niet zo erg. Het is erger als de dagen van het kind zo vol gepland zijn dat het nog geen tijd heeft om zich te “vervelen”. Een kind heeft die juist tijd nodig om indrukken te verwerken en er lering uit te trekken en dat is niet mogelijk als het steeds bezig gehouden wordt.

Stel ook spelregels op voor computer en tablets

Spelletjes op de computer en het tablet moeten beperkt worden en mogen niet alle vrije tijd in beslag nemen. Het hoort er in deze moderne tijd natuurlijk wel bij, maar het kind moet ook buiten de computer ervaringen opdoen. Bovendien is het niet goed voor de ogen van jonge kinderen om te lang naar een scherm te zitten staren. Vaak gaan ze er ook veel te dicht op zitten. Geeft het problemen als u daar een tijd voor instelt, gebruik daar dan een eierwekker of een andere wekker voor. Als die afloopt weet het kind, dat de tijd om is en hij/zij iets anders moet gaan doen. Houd vooral ook agressieve spelletjes buiten de deur en let er goed op welke spelletjes de kinderen van hun vriendjes mee naar huis nemen.

Zorg voor voldoende beweging

Vooral in de weekenden. Ga samen wandelen, fietsen, zwemmen, roeien of wat u maar samen wilt doen. Vermijd echter winkelcentra en koopzondagen. De meeste kinderen vinden er niets aan en zouden liever naar een speeltuin, een park of een bos gaan. Hebt u slechts een kind, doe dat soort activiteiten dan zo mogelijk met familie en vrienden die zelf ook kinderen hebben. Op die manier heeft het kind gezelschap en is ook veel actiever dan wanneer het alleen met u als ouders uitgaat.

Vakanties

Probeer de vakanties zoveel mogelijk samen te plannen en door te brengen. Het  zijn de beste gelegenheden om elkaar in een andere en meestal ontspannen situatie beter te leren kennen en waarderen. Bovendien vindt u dan tijd om hier en daar met het kind gesprekken te voeren over onderwerpen die thuis niet aan bod komen vanwege tijdgebrek. Vooral voor de grotere kinderen en de pubers is dat heel belangrijk.

Blijf samen praten

De belangrijkste tip: praat regelmatig met uw kind! U moet weten wat er in hem leeft en welke problemen het tegenkomt, zodat u het ook optimaal kunt helpen. Als daar te weinig tijd voor is, voelt het kind zich al snel alleen met zijn problemen en “zoekt het dan wel zelf uit”, met alle gevolgen van dien. Dat praten gaat overigens vooral bij pubers meestal beter in een een-op-een gesprek.

Blijf positief

Zorg voor een positief klimaat om u heen, zodat ook het kind dat voelt en weet, dat er voor elk probleem ook een oplossing is. In die sfeer hebben kinderen optimale ontwikkelingsmogelijkheden en het levert een stevige basis voor hun leven als volwassenen.

Denkt u dat uw kind ADHD heeft? Lees dan eerst dit..

Home