Een betere samenleving met normen en waarden

Een betere samenleving met normen en waarden

De samenleving verbeteren door goede normen en waarden is een kreet uit het tijdperk Balkenende. Wat zijn normen en waarden eigenlijk? Is het ’t ingebouwde fatsoen van vroeger dat de ouderen onder ons zich nog herinneren? Zijn het vaststaande regels van de samenleving? Niemand kan het echt duidelijk omschrijven. Normen en waarden kunnen ook per individu verschillend zijn. Zo vindt de een dat leerlingen “u” moeten zeggen tegen leraren. De ander vindt dat onzin en denkt dat het juist verhelderend werkt als de leerlingen de leraren als gelijken zien.

Het fatsoen van de vroegere samenleving

Een feit is echter dat veel mensen toch het gemis van het “oude fatsoen” niet prettig vinden en het respect voor oudere mensen en het gezag stevig gekelderd is. Met als gevolg dat vooral de jeugd, maar ook de ouderen zich minder storen aan regels en wetten. Ook en vooral in tijden van een crisis zoals de corona crisis. Niet alleen de omgangsvormen hebben daarvan te lijden, maar ook het zich houden aan de regels van de overheid blijkt dan toch moeilijker. Dat is een verarming en verruwing van de samenleving, waar veel mensen ook over klagen. In tijden van extreme problemen, zoals met het corona virus, is dat goed te merken. Vooral als mensen zich wat langer aan aparte regels moeten houden.

Minder persoonlijk contact in de huidige samenleving

Uit een onlangs gehouden enquête bleek dat de meeste mensen in Nederland zich zorgen maken over de samenleving. Vooral over het verlies van normen en waarden. Inderdaad was de samenleving vroeger socialer. In de eerste plaats, omdat er minder geregeld werd door de overheid, maar bovendien hadden de mensen onder elkaar meer persoonlijk contact en zorgden vaak ook beter voor elkaar. Vooral op de dorpen en in kleine wijken en gemeenschappen was dat goed te merken. Burenhulp was vrij normaal en ouderen werkten vaak mee in de jonge gezinnen en werden later door kinderen en kleinkinderen verzorgd. Ook de kerkelijke gemeenschappen hadden vangnetten voor arme en gebrekkige mensen.

Zin en onzin van de sociale media

Sociale media lijken het persoonlijk contact te intensiveren, maar dat klopt niet helemaal. “Vrienden” die men op sociale media opdoet zijn geen echte vrienden, maar meer “contacten”. Bovendien stelt iedereen zich op de sociale media voor als leuk, aardig, intelligent en interessant, terwijl dat in hun normale leven van alledag helemaal niet zo hoeft te zijn. Het overgekomen beeld moet vooral rooskleurig zijn. Niet alle informatie op de sociale media is bovendien waarheid. Men stelt zichzelf immers altijd zo leuk en aardig mogelijk voor. problemen zijn er niet vaak te zien.

Er gaat niets boven drie dimensioneel contact

Het corona virus heeft de sociale contacten aan de ene kant verarmd, aan de andere kant zijn er ook veel leuke en creatieve ideeën uit voortgekomen. Echt contact gaat gepaard met een handdruk, een glimlach, een knuffel of een kus en is niet te vervangen door een app, een filmpje of een groet via de sociale media. Die zijn leuk om het contact wat intensiever te maken, maar ze zijn geen vervanging voor het contact met de persoon zelf. De hoop is echter dat dit allemaal weer terugkomt, zodra er een vaccin en een medicijn tegen het corona virus is gevonden. De samenleving werd voor het virus steeds minder sociaal, omdat veel jongeren op een feestje of een samenkomst meer bezig waren met hun mobiele telefoon dan met de mensen die daadwerkelijk om hen heen zaten. Nu blijkt het echter meer een verrijking van het sociale contact dan een verarming. Zelfs ouderen doen steeds meer aan video bellen.

De tien geboden uit de bijbel golden als leidraad voor de samenleving

Kerkdiensten mogen weer gehouden worden. De 10 geboden van de bijbel liepen vroeger als een rode draad door de zondagse preken bij katholieken en protestanten. Mensen kregen via kerk, school en het burgerlijk gezag al vroeg bijgebracht dat moorden, stelen en anderen benadelen niet mocht. Men kreeg dus al van jongs af aan een sociale opvoeding met vaste regels en vaste wetten. Daar werd door de kerk, de regering en de sociale omgeving streng op gelet.

Het fatsoen van de samenleving begint bij ons zelf

Met de terugloop van het kerkbezoek, de lossere omgang met regels en wetten, de hogere opleidingen, het internet en de ruimere, open samenleving en minder sociale controle, is het besef van al die waarden verwaterd. Aan de ene kant biedt deze vrijheid voor het individu en een betere groei in mogelijkheden voor ieder van ons apart. Aan de andere kant kan blijkbaar niet iedereen die vrijheid aan. Vaak storen mensen zich aan het onfatsoen van anderen, maar hebben niet in de gaten dat ze er zelf soms aan meedoen. Zo zei laatst iemand tegen mij: “Ik snap g. v. d. (!) niet dat iedereen tegenwoordig zo grof in de mond is. Het is nergens voor nodig.” Nee, dat zeker niet. Hij had blijkbaar niet in de gaten wat hij zelf zei.

De jeugd moet weerbaar gemaakt worden

Het is erg, maar onze kinderen moeten al vroeg weerbaar gemaakt worden tegen de criminaliteit op internet en de sociale media. Ze moeten al vroeg leren dat niet iedereen fatsoenlijk is en dat ook niet iedereen te vertrouwen is. Het is jammer dat ze in hun onschuld al zo vroeg argwanend tegenover vriendelijkheid moeten staan, maar niet iedereen is op internet zo aardig als hij zich voordoet. Cyberpesten is aan de orde van de dag. Onze kinderen zullen zich er weerbaar tegen moeten opstellen. Vooral pubers moeten leren om toch minstens een volwassene te vertrouwen en daar hulp te halen als ze geen uitweg meer zien. Vooral voor pubers is dat echter juist heel moeilijk.

Regels voor gedrag

Fatsoen begint bij onszelf. Hoe wij onszelf gedragen tegenover anderen. Hoe onze sociale houding naar de buitenwereld is. Welk voorbeeld wij aan onze kinderen geven en de gedragsregels die wij hen aanleren. Dat alles bepaalt het fatsoen van de samenleving in de toekomst. Onze eigen vrijheid stopt bij de vrijheid van de ander. Dat geldt voor iedereen en is een democratisch goed, dat wij allemaal moeten beschermen. Het geldt voor blank, zwart, rood of geel, voor arm, rijk, jong en oud. Niemand heeft het recht om een ander voor te schrijven (of af te dwingen) wat hij moet doen of laten. Iedereen heeft recht op de eigen ruimte, het eigen denken en het eigen zijn, zolang hij daar een ander niet mee op de tenen gaat staan. Dat is vrijheid.

Democratisch denken

Democratie is in de meest eenvoudige wijze: de meeste stemmen gelden. Daar is in de tegenwoordige tijd echter weinig van te merken. Kleine groepen proberen wijzigingen af te dwingen, waar een grote groep tegen is, maar de media helpen hen om een democratische beslissing te dwarsbomen. Dat is niet waar onze democratie voor zou moeten staan. Demonstreren is in de democratie een groot recht, maar daar hoort geen agressiviteit of dwang bij. Demonstreren beoogt om op een fatsoenlijke manier de politiek tot nadenken te brengen en daar een verandering in te brengen. Wie daarbij echter agressief wordt, zaken beschadigt en aanzet tot agressiviteit tegenover anderen, om zijn/haar eigen ideeën erdoor te duwen, is verkeerd en ondemocratisch bezig.
Zodra iedereen (niet alleen de mensen, maar vooral ook de overheid zelf, de gezagsdragers, medewerkers aan scholen, enzovoort) zich daarvan bewust is, kan onze samenleving alleen maar beter worden.

Lees ook de blog “omgangsvormen” en bekijk tevens het stuk over “opvoeden“.

Anneke Cornelissens

Ik ben auteur, docent en zelfstandig ondernemer en heb thuis een compleet ingericht en goed functionerend kantoor. Ik heb momenteel een dubbele functie: a. Schrijver (kinder- en jeugdboeken) b. Auteur/docent van schriftelijk lesmateriaal voor volwassenen Maar ik werk ook als schrijver/tekstverwerker in opdracht. Informatie: Ik heb 14 jaar aan school gestaan en heb dus ook een volledig, uitgebreid onderwijsdiploma voor het basisonderwijs, inclusief de hoofdakte. Daarna ben ik gaan schrijven en heb in totaal 21 kinderboeken (educatief + sprookjes) en meisjesromans (“Marijke” boeken) uitgegeven. Daarvan 18 via de Zuid/Nederlandse Uitgeverij in Aartselaar (België.) Op het moment werk ik aan twee manuscripten bij diverse uitgeverijen, waarvan een voor volwassenen: een met als onderwerp "Opvoeden" en een Boek met versjes voor kleine kinderen. Een prachtig, nieuw sprookjesboek met 20 originele sprookjes van eigen hand, is sinds kort in omloop. Daarnaast ben ik breed geïnteresseerd en geef informatie over zonnepanelen, corona en de boosterprikken, bomen planten, de tuin, reizen, benzineprijzen en nog veel meer. Daarnaast heb ik in de laatste 35 jaar meer dan 90 schriftelijke lessen (administratief en andere) opgezet in verschillende vakken voor uitgeverijen van schriftelijke cursussen, waarvoor ik ook de huiswerkcorrecties en de beoordeling van de examens voor mijn rekening nam. Ik schrijf heel graag en in een voor iedereen begrijpelijke taal. Zoals u uit het bovenstaande al kunt opmerken ben ik goed onderlegd en zeer breed geïnteresseerd.