Herfst in de tuin

Herfst en de werkzaamheden in de tuin

Herfstwerkzaamheden in de tuin
Herfst en de werkzaamheden in de tuin voor de winter

Herfst in aantocht

Herfst in aantocht en daar moet iets mee gedaan worden. De bladeren vallen en het weer wordt onbestendig. Toch is september vaak een goede maand met mooie dagen, afgewisseld met duidelijke, herfstachtige buien en wind. Het is tevens een maand van oogsten, snoeien en bijwerken. Druivelaars geven hun laatste, zoete trossen, de hazelnoten vallen van de struiken en de walnoten staan op springen.  Wart later zijn de kastanjes aan de beurt. Behalve oogsten is er echter meer werk aan de winkel.

De herfst leent zich goed voor het planten en verplanten

De meeste planten zijn dan aan een rustperiode toe en zullen niet meer uitbundig willen groeien en bloeien. Veel planten laten hun blad vallen en lassen een rustperiode in. Zo kan men bijvoorbeeld rozenstruiken het beste in de herfst planten, voordat de vorst invalt. Ze kunnen dan nog goed aan wortelen en in het voorjaar goed uitlopen en in de lente en zomer bloemen dragen.

De herfst is ook de tijd om te snoeien

Snoei de heg als die uit beukenstruiken of ander loofboom materiaal bestaat. Dat geeft licht en lucht voor de beplanting en zorgt ervoor dat er niets kan liggen rotten op de takken, waardoor ze het volgend voorjaar minder goed kunnen uitbotten. Ook de taxus en de buxus kunnen gesnoeid worden, als de vorst nog niet in aantocht is. Behalve dat kunnen ook andere planten gesnoeid worden als die te ver uitgeschoten zijn. Alleen de planten die vroeg in het voorjaar bloeien, zoals de camelia, kunt u beter na de bloei in het voorjaar snoeien.

Het gazon heeft voeding nodig

Ook het gazon heeft extra zorg nodig. Om de lange winter door te komen mag het best nog eens wat mest hebben tegen eind september of in oktober. Maai het gras niet te kort en maai het ook niet later dan begin November. Zo komt het goed de winter door. Zorg ook dat het gevallen blad regelmatig weggehaald wordt, zodat het gras niet eronder stikt en er ook geen mos vorming plaats vindt.

Niet al het blad uit de tuin weghalen

Laat achter in de tuin wat blad liggen voor de egel en andere dieren die er baat bij hebben. In de winter kunne ze daar hun winterslaapje houden en zich verstoppen voor de kou. De egel is overigens een nuttig dier. Hij komt ’s avonds laat pas naar voren en zoekt dan kleine insecten en slakken, dus hij helpt om u van de overlast te bevrijden. Geef een egel overigens nooit melk, maar liever een schoteltje water en als u hem wat wilt bijvoeren zijn kattenbrokken een heel goed idee.

Onkruid wieden

Haal het laatste onkruid weg. Wat u nu laat zitten, krijgt u er het komende voorjaar slechter uit. Dan heeft het zich meestal vast in de grond geworteld en kost het meer tijd om het kwijt te raken. Vooral de sterk woekerende soorten kunnen goed overleven en zelfs tijdens de wintermaanden uitbreiden.

Kijk per plant wat er nodig is

Verwijder de eenjarige zomerplanten en knip de bruin wordende varens af. Die schieten in het voorjaar vanzelf weer uit. Snoei de druif en kijk welke planten wat te groot geworden zijn. Verplant die naar de achterkant van de border, of vervang ze door een kleinere plant. Sommige planten, zoals kleine lissen, vermeerderen zich soms enorm. Haal gewoon weg, wat u te veel vindt, en dat met wortel en al, zodat u daar in het voorjaar geen last meer van hebt. Vaak kunt u er ook verwanten en vrienden een plezier mee doen.

Verwen in de herfst de planten die het nodig hebben

Geef gevoelige planten een extra dekentje om de wortels te beschermen tegen de vorst. Gebruik daar wat turf voor. Scherm palmen wat af, als er vorst gemeld is, of zet ze met pot en al op een plaats die wat beschermd is tegen de wind. Haal mediterrane planten, zoals de oleander, naar binnen. Zet ze nooit in de woonkamer, want daar is het te warm. Zoek een iets koelere plaats.

Geef ook de borders een beetje mest, zodat de planten de winter beter door komen. Geef ook wat kalk, niet alleen op de border, maar ook op het gazon.

Stekken binnen halen

U kunt ze ook stekken en die stekken binnen in een plantenbak overhouden, maar dat moet wel uiterlijk half september gebeuren. Doet u dat later, dan zetten de stekken vaak geen wortels meer en gaan ze dood. Plant de stekken in kleine potjes, zet die samen in een grote bloembak. Zet ze op een rustige plaats op een vensterbank en geef ze zoveel water, dat u er drie weken geen omkijken meer naar hebt. Tegen die tijd hebben de meeste stekken al wortels en hebben ze gewoon een keer per week water nodig. Geraniums en fuchsia’s lenen zich allebei goed om te stekken. Daar is ook geen speciale bloemengrond voor nodig en zelfs geen stekpoeder.

Bollen planten

De herfst is de beste tijd om bloembollen te planten. Tulpen, narcissen, hyacinten, krokussen en sneeuwklokjes kunnen allemaal de grond in, zodat u al vroeg in het voorjaar van de bloemenpracht kunt genieten. Plant de bollen niet al te diep, want dan komen ze laat boven. Ongeveer 5 centimeter die is diep genoeg, afhankelijk ook van de grootte van de bollen.

De herfst is bovendien ook de tijd om (samen met de kinderen) een herfststukje te maken en dat kan gemakkelijk met planten, takjes, bloemen en/of noten uit de eigen tuin.

Een airco houdt het hoofd koel

Een airco houdt het hoofd koel

Een airco is een goede oplossing op hete dagen. De aarde wordt steeds warmer en tropische zomertemperaturen zijn geen zeldzaamheid meer. Simpele maatregelen zoals rolluiken aflaten, zonneschermen gebruiken en ventilatoren, zijn niet meer voldoende om de hitte buiten te houden. Veel huizen zijn bovendien niet goed genoeg geïsoleerd en beschermd tegen de hoogste temperaturen. Vooral ouderen en mensen die geen goede gezondheid hebben, hebben baat bij een airco op hele hete dagen.

De mobiele airco

Veel mensen kiezen voor de snelle oplossing en kopen een mobiele airco. Ze zijn er in soorten en maten. Vanaf kleine, vierkante kubussen tot grote tafelmodellen die echt wel hun plaats nodig hebben. Toch is een mobiel apparaat geen echt goede oplossing voor het probleem. Een grotere mobiele airco, die wat meer capaciteit heeft,  moet een afvoer naar buiten hebben. Daar moet het vocht door naar buiten kunnen, dus moet er altijd een raam of een deur open staan. Dat betekent dat u een hoop energie kwijt bent en de koeling niet optimaal is. U gooit het geld dan letterlijk naar buiten en de koeling is minimaal ten opzichte van een vaste airco.

Een vaste airco

Beter is het dan ook om een vaste airco te laten installeren. Die is echter wel een stuk duurder en ook zal het wat meer tijd kosten, nu er veel mensen naar op zoek zijn. U moet wat langer wachten op de levering en de installatie. Dat is niet leuk. Misschien haalt het dan voor dit jaar weinig uit, maar u bent dan in elk geval voor het komende jaar van de hitte gespaard. In de herfst vragen veel minder mensen een airco aan, dus zal deze wat sneller geleverd en geïnstalleerd kunnen worden. Daarnaast kunt u dan in de herfst en de winter al gebruik maken van de verwarmingsfunctie van het apparaat, waardoor de gasverwarming niet, of bijna niet, nodig is. Ook dat is een prettige bijkomstigheid nu men niet zo zeker is dat er voldoende gas geleverd zal worden.

In combinatie met zonnepanelen

Een airco kost veel energie als hij aanstaat. Het is daarom het beste om hem te installeren nadat u zonnepanelen op het dak hebt laten leggen. Op warme dagen schijnt de zon en kunt u de airco op de energie van de zonnecellen laten werken. Dat scheelt enorm in de kosten. Tenslotte hoeft de airco slechts bij hoge temperaturen haar werk te doen. Het is niet nodig om haar al bij 24 graden aan te zetten. Bij die temperatuur kan men het huis nog goed verkoelen door ’s avonds laat of ’s morgens vroeg de deuren en ramen een tijd lang tegen elkaar open te zetten.

Welke airco heeft u nodig

Een vaste airco noemt men meestal een “split-level” airco. U hebt dan een buiten-unit die tegen de gevel gezet wordt en een binnen-unit die u naar wens tegen een muur kunt plaatsen. Dat kan in het midden van het huis zijn, of in een bepaalde kamer. Tussen de binnen- en buiten-unit wordt koelvloeistof rondgepompt.

Een split-level of twee?

Wie een gewone tussenwoning of een twee onder een kapper heeft kan de airco ook op de overloop op de bovenverdieping installeren. Daar hebben vooral de slaapkamers veel profijt van, maar ook de benedenverdieping wordt daar koeler door. Het is meestal niet echt nodig om er twee of drie units bij te nemen. Sommige elektriciens raden u aan om er een op de slaapkamer te hangen, een in de woonkamer en een in kantoor of zo, maar dat is vaak niet nodig. Ga, als het mogelijk is, bij familie, vrienden of kennissen kijken, hoe zij de installatie hebben ervaren. Hoe meer u hoort en ziet, hoe beter u kunt beslissen wat voor uw huis het beste is.

Waar haalt u het apparaat vandaan?

U kunt natuurlijk bij uw energiebedrijf een airco bestellen en die ook daardoor laten installeren. De prijzen van airco’s en installatie verschillen nogal per aanbieder. U kunt er ook voor kiezen om zelf een airco via internet aan te schaffen, bijvoorbeeld bij “De Groene Hoed” in Amsterdam en dan zelf ook een installateur en een bevoegde elektricien te organiseren. Dat is vaak iets goedkoper, maar kost meer werk en zorg. Vraag dan wel of u er alles bij krijgt, zoals kabels e.d. Koop er ook een setje bij, waarmee u via internet het apparaat aan en uit kunt zetten. Dat kost wel ongeveer €100,- extra, maar is wel gemakkelijk. U kunt daarmee vanuit andere plaatsen in het huis de airco regelen. De installateur en elektricien hebben overigens vaak hun agenda vol en u zult er wel wat op moeten wachten.

Gebruik het apparaat verstandig

Zet de temperatuur van de airco niet te laag. Het verschil met de buitentemperatuur mag niet te groot zijn, want dat is niet goed voor uw lichaam als u toch even naar buiten moet. Laat dus het verschil tussen de buitentemperatuur en de binnentemperatuur niet te groot worden. Houdt bovendien ramen en deuren dicht, anders kost het meer energie dan nodig is. Lucht het huis een kwartier op de late avond of in de vroege morgen.

Goed voor ouderen en mensen met hartproblemen

De koelere temperatuur is goed voor mensen met hartproblemen zoals hartfibrilleren en het is ook goed voor ouderen, evenals voor iedereen die niet goed tegen de warmte kan. Zet echter niet alleen bij hoge temperaturen de airco aan, maar neem ook andere maatregelen tegen de hitte. Houdt de zon zoveel mogelijk buiten het huis. Laat rolluiken en zonneschermen aan de zonzijde af, houdt tijdens hoge temperaturen de deuren en ramen overdag dicht, laat binnenshuis geen apparaten op stand-by staan, neem een koele douche, draag lichte, katoenen kleding en drink voldoende water.

In de winter kan het apparaat ook verwarmen

De meeste vaste apparaten kunnen niet alleen koelen, maar ook verwarmen. Dat is een heel aangename extra eigenschap. Heel belangrijk en heel goed voor als het gas steeds schaarser zou worden. Er is dan in elk geval een extra mogelijkheid om het huis aangenaam warm te houden. Het zal wel wat extra energie kosten, want in de winter hebben we immers minder zonnekracht dan in de zomer. De dagen zijn ook korter en de zonnepanelen leveren wat minder op, maar het is in elk geval een geruststelling voor het tekort aan gas.

Zonnepanelen en aandachtspunten

Zonnepanelen en aandachtspunten

Zonnepanelen staan in de belangstelling. Wie er het geld voor heeft, bestelt zonnepanelen. De toekomst van de gaslevering is onzeker en het is daarom goed om op een andere energiebron over te stappen. Het is echter lastig als u er aan wilt beginnen en niet goed weet, wie daar dan de beste leverancier voor is. De energiebedrijven hebben zich daar vol op gestort, maar rekenen daar dan wel vaak fikse bedragen voor bij de plaatsing. Behalve dat zijn de zonnepanelen nog steeds in ontwikkeling. De tegenwoordige versies hebben per paneel veel meer opbrengst dan de eerste panelen. Het is dan ook verstandig om op internet eerst uit te zoeken waar men mee bezig is en wat op dit moment de beste manier is om energie op te wekken.

Waar bestelt u zonnepanelen

Ga dus eerst eens op internet kijken naar de diverse aanbieders, die ook meteen de zonnepanelen plaatsen. Houd wel rekening met een wachttijd, want de vraag is groter dan men tegenwoordig kan leveren en plaatsen. Kijk eerst naar de soorten zonnepanelen. U kunt kiezen voor de standaard zonnepanelen, maar ook voor de dure soort met een hogere opbrengst per paneel. Kijk wat u wilt en wat past bij het budget dat u daarvoor uitgetrokken hebt.

De opbrengst

Per standaard zonnepaneel krijgt u gemiddeld op een zonnige dag tussen de 350 en de 420 kWh binnen. Op jaarbasis leveren 12 zonnepanelen dan ongeveer 4200 kWh op.  De echte opbrengst hangt af van de hoeveelheid zonnepanelen, de helling van het dak, de stand van het huis (recht op het zuiden, op het oosten of westen) en het aantal lichturen per jaar. Ook de vervuiling door vogels, weer en wind zal op den duur invloed hebben. Het is dus de bedoeling dat u goed kunt inschatten wat u nodig hebt, nu en in de nabije toekomst.

Hoeveel zonnepanelen hebt u nodig voor uw huis

Reken zelf uit, wat u nodig hebt en neem liever iets teveel, dan iets te weinig. Wilt u immers op termijn een elektrische auto nemen, koopt u nog een inductieplaat voor het koken, of komt er binnenkort ook een airco in huis, dan moet u daar nu al rekening mee houden. Met de goede kabel kan u een dergelijke auto immers gewoon ’s nachts thuis opladen. Dat is stukken goedkoper dan aan een openbare laadpaal. Met een airco kunt u in de winter ook verwarmen, maar u hebt met al die extra’s dan wel vermoedelijk meer capaciteit nodig.

Bij uw zonnepanelen hebt u ook een omvormer nodig

Zonnepanelen leveren gelijkstroom, maar daarmee kunnen al uw apparaten in huis niets doen. De omvormer verandert de gelijkstroom van de zonnepanelen in bruikbare wisselstroom. Daarmee kunt u dan alle apparaten gebruiken. De omvormer is dus gewoon noodzakelijk. Er zijn diverse omvormers, steeds geschikt voor een aantal zonnepanelen. Voor 14 zonnepanelen hebt u dus een andere omvormer dan voor 24 zonnepanelen. Ook daar is op internet genoeg informatie over te vinden.

Op termijn te weinig opbrengst?

Hebt u na verloop van een jaar toch het idee dat u er een paar te weinig hebt laten installeren, dan moet u vaak ook een nieuwe omvormer hebben, die berekend is op meer elektriciteit. Ook een omvormer kost echter geld, dus het is beter om daar nu al rekening mee te houden. Mocht u dus op termijn nog een airco willen installeren, dan is het verstandig om daar bij de aanschaf van de zonnepanelen al rekening mee te houden.

Is het dak geschikt voor de plaatsing van zonnepanelen

Een normaal dak dat stevig opgezet is en voldoende balken heeft, is meestal geschikt voor zonnepanelen. Bent u er niet helemaal zeker van, vraag dan een advies aan een constructeur. Dan weet u het zeker. Zonnepanelen kunnen overigens even goed op een pannendak als op een dak met bitumenbedekking. Als de ondergrond daarvan maar stevig genoeg is. Grote gebouwen van bedrijven en ook  boerenstallen kunnen beter altijd eerst een advies opvragen bij een constructeur. Daar speelt dan ook de hoeveelheid en de soort zonnepanelen een rol bij.

De helling van het dak

De helling van het dak speelt een rol bij de opbrengst van de zonnepanelen. De ideale helling is een hoek van tussen de 30 en de 36 graden. Daar vallen de zonnestralen recht op in. Hebt u een plat dak, dan is het verstandig om daar de beste helling voor te gebruiken, als de zonnepanelen recht naar het zuiden gericht kunnen worden.

Saldering

Onder saldering verstaat men het betalen van de terug geleverde energie aan het elektriciteitsbedrijf. Bij de meeste energiebedrijven krijgt u per kilowattuur wat minder geld terug, dan u bij levering door hen moet betalen. Daar kan zelfs €2,-  per kilowattuur in zitten. Het is dus goedkoper om uw eigen energie te gebruiken en alleen  terug te leveren wat u niet nodig had. Die saldering zal overigens vermoedelijk op termijn stoppen. Het terugverdienen gaat straks dus alleen via het gebruik van de eigen elektriciteit.

Het gebruik van uw eigen elektriciteit

Als u eenmaal de zonnepanelen hebt, maak er dan ook optimaal gebruik van. Wassen, drogen, strijken, koken en bakken en het gebruik van alle andere elektrische apparatuur in huis kunt u bij voorkeur overdag gebruiken. Kookt u nog op gas, dan is het misschien verstandig om ook eens aan een inductieplaat te denken. Iedereen die er een heeft, is daar heel tevreden over. Mocht tegen de winter het gas schaars worden, dan kunt u met een inductieplaat altijd nog warm eten koken. Wie bovendien een airco heeft, kan dan ook het huis verwarmen met de airco.

Gebruik ’s nachts zo weinig mogelijk van het net

Na inval van de duisternis leveren de zonnepanelen even niets meer op. Het is dan ook heel verstandig om het gebruik ’s avonds tot een minimum terug te brengen. Dat spaart geld. Wassen, drogen, de auto opladen, verwarmen en koelen met de airco, kunt u beter overdag doen van uw eigen stroom. Gebruik ’s nachts alleen de nodige elektriciteit.

Schoonmaken

Op termijn zullen de zonnepanelen ooit schoongemaakt moeten worden. Dat hangt er van af, waar u woont. Zitten er bijvoorbeeld veel duiven op uw dak, dan al het sneller moeten gebeuren dan wanneer u een huis hebt in de binnenstad. Op termijn zullen alle zonnepanelen vuil worden van de stof, de regen en andere neerslag. Wie een plat dak heeft kan ze vaak zelf schoonmaken, maar op een hellend dak is dat toch een ander verhaal. Meestal voeren de bedrijven, die de zonnepanelen gelegd hebben, ook de schoonmaak klusjes uit.

Subsidie aanvragen

Vraag altijd zo snel mogelijk de BTW van de zonnepanelen terug, maar zoek wel uit hoe u dat het beste kunt doen. Als u zelfstandig ondernemer bent en u neemt zonnepanelen voor uw woonhuis, dan is het misschien verstandiger om de BTW door uw partner aan te laten vragen. Neem dus even contact op met uw accountant en vraag naar de mogelijkheden.

Moestuin of siertuin

Moestuin of siertuin

Moestuin is een uitdrukking voor een tuin, waar u groenten en fruit in kunt telen. Nu de discussie over het milieu, het klimaat en gezond eten een vlucht nemen, is een moestuin een goede oplossing voor veel problemen. Wie er de plaats voor heeft kan daar met gemak aan beginnen. Alle voorwaarden voor een goede oogst zijn overal op internet te vinden. U moet er alleen de plaats en de ruimte in uw tuin voor hebben. Toch is dat niet altijd nodig. Er zijn tegenwoordig oplossingen via een meter tuin, waarbij u een bak van een vierkante meter op uw balkon of terras kunt leggen. Daar gaat dan goede grond in en kunt u kruiden en klein soortige groenten op die vierkante meter verbouwen. Ook wanneer u alleen een siertuin hebt is er veel mogelijk.

Een moestuin in de siertuin

Wie een siertuin heeft wil die niet altijd op de schop doen om daar een moestuin van te maken. Dat is ook helemaal niet nodig. Het kan allemaal ook gecombineerd worden. Wat goed is voor de grond van de moestuin is meestal ook heel gezond voor de siertuin. Koemest is bijvoorbeeld voor allebei de soorten planten heel goed. Ongeveer 70 jaar geleden kon men in veel siertuinen groenten en fruit ontdekken, net zoals men in de moestuin ook planten als buxus en rozen kon zien staan. Dat deed men vroeger ook om het geheel wat op te fleuren. Wat let ons dan om dat nu weer te doen, maar dan omgekeerd?

Bieslook, selderie en peterselie

Veel groenten kunt u tussen de struiken of ook gewoon in de border laten groeien. Zo is bijvoorbeeld bieslook een heel leuk plantje dat bloeit met mooie, lila bolletjes. Het past gewoon in een siertuin. Als u een paar van die plantjes hebt, kunt u met de groene stengeltjes gewoon rechtstreeks uit de tuin af en toe uw gerechten lekker klaarmaken. Hetzelfde geldt voor selderie en peterselie, maar koop de plantjes wel in een tuincentrum en niet bij de supermarkt. De laatste zijn vaak bewerkt, zodat ze na twee weken weggegooid kunnen worden.

Sla in de gecombineerde moestuin

Slazaadjes kunt u beter niet allemaal tegelijk zaaien. Dan is er te veel sla tegelijk klaar om te eten en moet u een deel weggeven of weg gooien. Het is dan ook beter om een paar zaadjes tegelijk te planten en een week later weer een paar zaadjes. Plant er omheen een paar planten waar slakken niet dol op zijn en omring het stukje grond met een in de grond gestoken stuk stevig, glad plastic, waar de slakken niet tegenop kunnen schuiven.

Slakken zijn dol op sla

Zet een slak in de buurt van een krop sla en hij vindt zonder mankeren zijn avondeten. Op tijd van niks is de krop gehalveerd en na een paar dagen helemaal weg. Hetzelfde gebeurt overigens ook met het groen van knolbegonia’s, dus wat dat betreft ziet ook de slak geen verschil tussen een siertuin en een moestuin.

Vraag een egel op bezoek in uw tuin

Het is dan ook niet verkeerd om een stukje achter in de tuin wat minder precies op te ruimen en er wat blad en begroeiing te laten liggen. In de winter houdt de egel daar zijn winterslaap en gebruikt dat in de rest van het jaar als thuisbasis. Een egel verschuilt zich overdag en u ziet hem pas in de zomer rond elf uur, als hij na de inval van de schemering voedsel gaat zoeken. Rond die tijd komen ook de slakken uit de grond tevoorschijn. De egel lust wel de huisjesslakken, maar de naaktslakken laat hij vaak links liggen. Die zijn hem te slijmerig. Hij eet overigens ook rupsen en ook dat is goed binnen een moestuin.

Radijsjes in de moestuin

Radijsjes zijn gemakkelijk te telen. Maak een smal geultje in de grond en strooi daar de zaadjes in. Niet al te dicht naast elkaar. Bedek ze met een laagje grond en geef ze af en toe water. Als het regelmatig regent, hoeft dat niet, want dan krijgen ze vanzelf genoeg. Na ongeveer zes weken zijn ze groot en rijp om te eten en heel erg lekker.

Lente-ui past er eveneens

Ook lente-ui is een gewas dat gemakkelijk te telen is. Zaadjes in de grond en laat maar groeien. Onthoud alleen dat al het groen water nodig heeft om te groeien. Opletten als het droog en warm is. Ga ook elke dag even kijken of het goed gaat en er geen ongedierte aan uw groenten zit. Zit er een rupsje of slak, dan kunt u die ook gewoon met behulp van een stokje of blad verwijderen. Daar hoeft niet meteen voor gespoten te worden. Zo krijgt u alles onbespoten op tafel.

Worteltjes passen goed in de siertuin

Wortels hebben prachtig lichtgekleurd en heel fijn groen op hun kopjes. Ze passen goed in de siertuin. Voor de teelt van wortels heeft men lichte, losse grond nodig. De Limburgse löss en de Zeeuwse klei zijn daar eigenlijk wat te zwaar voor, maar dat is soms op te lossen met toevoeging van veel zand, zodat de grond meer water doorlatend wordt. Wortels uit de eigen tuin smaken veel beter dan die uit de supermarkt.

Tomatenplanten

Tomaten zijn een hoofdstuk apart, maar ook die zijn eigenlijk goed te telen. U kunt ze in februari al zaaien in potjes binnen, want ze mogen pas naar buiten na de ijsheiligen (na 15 mei), omdat dan de kans op vorst zo goed als verkeken is. Tomatenplanten hebben veel water nodig, maar het blad kan niet goed tegen vocht en gaat snel schimmelen. Zelf teel in ze meestal in een grote pot en zet die binnen als het regent. Elke dag krijgen de planten wel op de voet water en regelmatig moeten ze gediefd worden: de zijscheuten weghalen die uit de oksels naast een blad of tak uitspruiten. Die nemen namelijk de kracht weg die de plant voor de vruchtontwikkeling nodig heeft.

Kruiden passen in elke moestuin en siertuin

Alle kruiden, zoals selderij, peterselie, salie en tijm kunnen gewoon in de siertuin en de border wortelschieten. Gebruik echter geen kruidenplanten uit de supermarkt, want die zijn behandeld met stikstof, zodat ze slechts twee weken mee gaan en dan doodgaan. Goed voor de economie, maar minder voor het milieu. Haal de plantjes liever bij een tuincentrum. Zet ze niet te ver van het huis, zodat u er voor de soep of een salade snel even wat van kunt plukken en er niet de hele tuin voor door hoeft.

Aardbeien

Aardbeienplanten kunnen overal in de tuin groeien, alleen lusten ook de vogels en andere dieren ze graag. In goede grond gedijen ze heel goed. Een kersverse aardbei uit eigen tuin wint het qua smaak altijd van de aardbeien uit de supermarkt. Zorg alleen dat de plant genoeg zon krijgt om te kunnen bloeien en vrucht te dragen.

Bosbessen

Plant eens een blauwe bessenstruikje in uw tuin. Hij levert in de het voorjaar enorm veel witte bloemetjes en in de zomer prachtige, gezonde blauwe bessen. Veel smakelijker dan de opgefokte, dikke blauwe bessen in de winkels. Pas wel op en bindt in de tijd dat de vruchten rijp worden hier en daar wat stroken aluminiumfolie rond de takken, want vooral de merels zijn er even gek op als u.

Frambozen en bessenstruiken

Ook deze struiken misstaan niet in een siertuin. Ze moeten echter wel een zonnig plaatsje hebben, zodat ze ook vrucht kunnen dragen. De eerste twee jaren zal dat nog niet veel zijn, maar als ze eenmaal gewend zijn gaat dat snel beter. Zitten er veel vruchten aan, dan is daar goed jam van te maken. Ook het inmaken van fruit en appelmoes is goed te doen met gewone, stevige glazen potten uit de winkel.

Hetzelfde geldt voor een druivelaar

Plant die altijd in een zonnige omgeving tegen een muur of maak hem vast aan een pergola, zodat de druiven kunnen hangen. Na een paar jaar is hij groot genoeg en zal aardig wat vruchten leveren. Knip na de vruchtzetting de uitgroeiende takken terug tot aan het tweede blad na een trosje. Op die manier steekt de plant de voeding niet in de uitgroei van de takken, maar in de groei van de druiven.

Er kan nog veel meer in uw moestuin en siertuin

Hebt u genoeg plaats in uw siertuin, plant dan eens een fruitboom of een notenboom. Een hazelaar is geen echte boom, maar een struik. Ze kan echter wel bijna even groot worden als een kleine boom en zal na verloop van tijd wel eens wat gesnoeid moeten worden. Met een hazelaar krijgt u gratis eekhoorns en spechten in uw tuin, want die zijn dol op hazelnoten. De hazelnoten kunnen gepeld en gekraakt in de winter goed dienen als voer voor de vogels. Ook voor uzelf zijn ze gezond. Fruitboompjes kunt u ook in kleine vorm kopen, zodat u niet op een ladder de vruchten moet plukken. Op die manier kunt u uw prachtige tuin, die vol staat met bloeiende planten en zomerbloeiers, gebruiken om er onbespoten groenten, fruit en kruiden uit te halen.

Orchideeën verzorgen

Orchideeën zijn prachtige planten en gemakkelijk te verzorgen

Orchideeën zijn fantastische planten met prachtige bloemen in ongelooflijk veel soorten en maten. Ze zijn echt niet moeilijk in het onderhoud. U moet alleen weten wat de plant met haar prachtige bloemen nodig heeft. Als ze de plaats en de juiste verzorging krijgt, zal ze lang bloeien en kunt u er jarenlang plezier van hebben. Ze hebben graag kamertemperatuur en alleen als ze uitgebloeid zijn, mag het iets frisser zijn. Veel water hebben ze echt niet nodig, want ook op hun originele plaatsen in de tropen krijgen ze slechts mondjesmaat water. Meestal in de vorm van het vocht op bomen en rotsen waar ze op of bij groeien.

Orchideeën houden van licht en warmte, maar niet van felle zon

Een mooie, lichte plaats is perfect voor de orchidee. Ze houdt echter niet van de zon. De plant komt uit de tropische bossen en is gewend aan het leven in de schaduw. De meesten groeien zelfs op bomen en in bossen, zoals parasieten en dus begrijpt u  dan vanzelf dat ze niet veel water nodig hebben om te leven. Zoek daarom een vensterbank of plekje, waar uw orchidee veel licht krijgt, maar waar ze niet op de tocht staat en ook geen, of niet veel, zon te verduren krijgt.

Water geven

Een van de eerste regels  voor de verzorging is het geven van water. Ook dat is gemakkelijk, want de plant hoeft maar eenmaal per week een scheut water te hebben. U moet daar even feeling voor krijgen. Mocht er na een dag nog water in de pot staan, dan is het teveel geweest. Giet dan het water uit de pot en laat de plant een weekje overslaan. Staat de plant wekenlang met de voeten in water, dan is het mogelijk dat ze last van luisjes of schimmel krijgt. Daar komt ze dan vaak niet meer van af.

Moeten orchideeën ook mest krijgen

Eigenlijk hoeft dat niet. Nu u weet waar de orchidee vandaan komt, weet u ook dat ze weinig eisen stelt. Bloemenwinkels en handelaren in orchideeën willen u graag mest verkopen, maar ik heb ervaren dat ik alle orchideeën kan overhouden zonder mest toe te voegen. Net als een lidcactus bloei de orchidee van armoede.

Gooi een uitgebloeide orchidee niet weg

Sommige orchideeën bloeien zelfs zes tot negen maanden aan een stuk. Op een bepaald moment is het echter op en hebt u alleen nog de lege takken over. Zijn die verdroogd en geel, knip die dan af, tot waar het groen begint. Zijn de takken groen gebleven, blijf er dan vanaf of knip ze hooguit korter tot boven het derde oog. Na verloop van tijd schieten daar dan weer nieuwe takjes met knoppen uit. Zet de uitgebloeide orchidee op een andere, rustige plaats, waar het een paar graden koeler is. Een slaapkamervensterbank zonder veel zon is vaak een goede plek.. Geef haar hooguit eens per twee weken wat water. Na verloop van tijd vormen zich vanzelf nieuwe bloemstengels. Zorg dan wel dat die zo snel mogelijk aan de stok vastgeklemd worden, want anders groeit de stengel helemaal scheef uit en krijgt u hem niet meer in bedwang. Zodra de plant weer genoeg knoppen draagt kan de orchidee op haar oude plek terug. Geef haar dan ook weer de normale verzorging.

Zet een orchidee nooit in gewone plantengrond

Omdat orchideeën in het wild meestal niet in de grond groeien, maar op bomen en tussen rotsen, kunnen ze meestal  niet leven in gewone grond. Ze hebben speciale grond nodig die u tegenwoordig in elke goede bloemenzaak kunt krijgen. Moet u dus een orchidee verplanten, zorg dan eerst voor nieuwe, speciale orchideeën potmengsel. Soms verschijnen er aan een bloemstengel ook nieuwe, kleine plantenscheuten met wortel en al. Ook die kunt u in het orchideeën substraat planten, gewoon wat water geven en u hebt een nieuwe orchidee in aanwas.

De oorzaak van ongedierte op een orchidee

Pas vooral op met het regelmatig teveel water geven, want dan kunt u er wolluis of ander ongedierte in krijgen. Vooral luisjes zijn bijna niet te bestrijden. Vaak zitten ze al in alle orchideeën op de vensterbank, voordat u het in de gaten hebt. Ze zitten dan niet alleen op het blad, maar ook op de bloemen. Weghalen is moeilijk, want ze verstoppen zich op de gekste plekken. Spuiten met huismiddeltjes of zelfs met vergif helpt niet.  Het beste is vaak om de vensterbank leeg te maken en alle aangedane orchideeën te verwijderen. Maak het raam schoon en laat het twee maanden leeg. Er hoeft immers maar een enkel beestje te overleven en uw nieuwe planten zitten op korte termijn weer vol. Na twee maanden kunt u dan gewoon weer nieuwe, schone orchideeën neerzetten.

Orchideeën zijn speciale kamerplanten, maar ze zijn goed te houden voor wie er plezier aan heeft en op hun wensen let. Eigenlijk is het hetzelfde als met de tuinplanten. Ook die moeten elk behandeld worden naar wat hun wensen zijn, zodat ze op hun best kunnen groeien en bloeien.

Bomen planten

Bomen planten

Van bomen worden mensen rustig. Het ruisen van de bladeren is een heerlijk geluid voor gestreste mensen en dat niet alleen. De klimaatdoelstellingen zouden gemakkelijker gehaald kunnen worden als er meer bomen geplant werden. Er is immers plaats genoeg. Er zijn plekken, waar men immers niet kan bouwen, zoals op grote rotondes en langs snelwegen. Men zet er nu schermen langs, maar in plaats daarvan kon men er ook groen planten. Op de TV worden steeds prachtige plaatsen met heide en open plekken getoond, maar met de bossen heeft men geen medelijden. Kijk maar naar het 200 jaar oude Sterrebos, dat ten behoeve van NedCar gekapt moest worden. NedCar is intussen opgehouden, maar de helft van het bos is weg, zonder dat de economie er baat bij had. Limburg wordt kaal, net als de rest van Nederland. Het zou fijn zijn als de overheid en ook Staatsbosbeheer meer zouden doen om bossen en bomen te beschermen. Voor het klimaat betekent elke boom een verbetering.

Bomen zorgen voor lucht

Bomen zijn onze groene long. Niet alleen de bomen in het Amazonegebied, maar ook de loofbomen hier in Europa. Vooral Nederland heeft in verhouding met België en Duitsland weinig grote bossen. Natuurlijk zijn die er nog wel, maar ze zijn niet al te groot. Vaak wordt er nog heel wat opgeofferd aan de aanleg van wegen en de huizenbouw. Natuurlijk zijn de wegen en de huizen ook heel belangrijk, maar men kan vaak ook denken in oplossingen, waarbij men de bomen kan laten staan.

Bomen helpen tegen te hoge stikstof concentraties

Het terugdringen van het teveel aan stikstof in de lucht is in Nederland een groot probleem. Men verzint er van alles voor, maar een van de meest logische oplossingen wordt nooit genoemd.  Vooral de boeren moeten het ontgelden, terwijl ook daar veel creatieve mogelijkheden voor zijn. Denk maar aan het omvormen naar een gemengd bedrijf, het inzetten van de boer als natuurbeschermer, het verminderen van de pesticiden en meer biologisch gaan boeren, de boer inzetten als voorlichter voor land en tuinbouw.  Het land zou er alleen maar beter van worden en de boer zou ook meer waardering krijgen. Men kan minstens met de boeren gaan samenwerken, in plaats van ze uit te kopen en hun grond vol te bouwen met huizen van steen. Plant liever bomen op locaties die momenteel nog kaal zijn.

Kantoorruimten voor woningen gebruiken in plaats van bomen kappen

Zo zijn er heel veel kantoorruimtes die niet meer gebruikt worden en al jaren leeg staan. Natuurlijk kost het geld om die ruimtes geschikt te maken voor bewoning, maar het is te doen en op die manier is er minder grond nodig voor nieuwe huizen. Wij kennen voorbeelden genoeg uit Amerika, waar mensen in oude fabrieksruimten een luxe appartement hebben gemaakt en daar met plezier wonen. Ook de omgeving van die oude fabrieksterreinen kan men immers aanpakken, beplanten en aangenaam maken voor bewoning.

België en Duitsland hebben meer bossen

Ga in Limburg maar eens over de grens en u kunt daar bijna meteen in de natuur gaan wandelen. In Maasmechelen is een groot heide- en bosgebied, waar het heerlijk is om een frisse neus te halen. Wie af en toe met de auto naar door Duitsland rijdt om op vakantie te gaan, ziet daar veel groen, veel bomen en uitgestrekte akkerlanden. Nederland is natuurlijk dichtbevolkt, maar er is beslist plaats genoeg om bomen neer te zetten. Liefst landeigen loofbomen, die ook de meeste schone lucht opleveren.

Voorbeelden van plaatsen waar men bomen kon planten

Neem  de omgeving rond vliegveld Maastricht in Limburg. Daar is veel bedrijvigheid, maar het wegennet er omheen is kaal aangelegd. Er is plaats voor wateropslag, maar er zijn heel weinig bomen geplant, terwijl daar plaats genoeg voor is. In België en Duitsland kunnen we zien dat er heel andere keuzes gemaakt kunnen worden.

Een boom in de tuin

Wie een eigen tuin heeft kan daar gelukkig zelf iets doen om de lucht te verbeteren. Ook een klein tuintje van een paar vierkante meters kan een kleine boom herbergen. Als u een appel- kersen– of perenboompje koopt, dat erop geteeld is om laag te blijven, hebt u er in het najaar ook nog fruit van. Dat geeft dubbel veel plezier. Wie een grotere tuin bezit kan zelfs bomen planten die groot worden en veel schaduw in de zomer geven. Daardoor wordt de tuin ook aangenamer om in te verblijven als het in deze regio steeds warmer wordt. Staat een boom wat dichter bij het huis, dan kan de schaduw op de muren al voor een minder snelle opwarming van het huis zorgen. Isolatie vanuit de natuur. Wat kan beter zijn?

Een gezonde tuin voor dieren

Veel mensen zien op tegen het vallende blad in het najaar, maar de last daarvan is beperkt. U moet er alleen goed mee omgaan. U hoeft het echt niet altijd elke dag weg te harken. Vaak helpt de wind een handje door het goed bij elkaar te waaien. U hoeft het dan alleen nog maar bij elkaar te pakken. Op sommige plekken is het ook goed om wat blad te laten liggen. Daar genieten de egels en allerlei kleine dieren van. Zij hebben dat blad nodig om er bijvoorbeeld hun winterslaap onder te houden. Het blad houdt de dieren in de koude wintermaanden ook warm. In het voorjaar kan het gemakkelijk opgeruimd of ondergespit worden. De hoeveelheid is dan vaak heel erg geslonken. Alleen beukenblad vergaat minder snel en kan beter weggehaald worden.

Vogels zijn dol op bomen

Wie een boom in de tuin heeft, kan rekenen op allerlei soorten vogels. Die hebben meestal heel scherpe ogen en zitten graag hoog om uit te kijken naar eten. Alleen bij heel winderig en koud weer zitten ze liever op beschutte plekjes. Ook hagen langs de tuingrens zijn een pre voor vogels. Daar kunnen ze gemakkelijk nestjes bouwen waardoor hun jongen redelijk beschermd zijn tegen katten en roofvogels. Het ophangen van vogelhuisjes is daar een uitbreiding van hun mogelijkheden voor. Wie graag vogels ziet, moet zorgen voor een boom en wat nestkastjes in de tuin.

Bomen en paddenstoelen

De (overigens heel giftige) vliegenzwam heeft een goede verhouding tot de berkenboom. In oktober ziet men vaak onder de berkenboom een aantal vliegenzwammen. Viegenzwammen komen ook vaak voor onder beuken en eiken en bijvoorbeeld ook sparren, maar vaker nog onder berken. Zij wisselen met elkaar voedingsstoffen uit. Paddenstoelen hebben de suikers nodig, die de bomen leveren. Bomen hebben de mineralen nodig die de paddenstoelen kunnen leveren. Dat noemt men symbiose. Vliegenzwammen zijn overigens bij uitstek vertegenwoordigd in sprookjes als de kabouterpaddenstoel. Dat heeft hij te danken aan de mooie kleur van de hoed: rood met witte stippen.  Plukken is echter niet verstandig, want deze paddenstoel is, zoals gezegd, erg giftig.

Elke boom is er een en elke boer is er een

Er wordt bij het reguleren van de hoeveelheden stikstof en CO2 nog veel te veel gedacht in hoeveelheden. Dat is natuurlijk aan de ene kant heel goed, maar vergeet daarbij niet dat elke boom zijn bijdrage levert.  Vooral de loofbomen. Ook een klein land als Nederland kan ervoor zorgen dat er genoeg bomen zijn, waarvan de hele bevolking kan profiteren. Voor het reguleren van de hoeveelheden stikstof zijn diverse creatieve mogelijkheden. Daarbij is het terugdringen van die enorme megastallen vol vee niet alleen noodzakelijk, maar ook diervriendelijk. Koeien, schapen, geiten, varkens en kippen moeten buiten kunnen rondlopen en een normaal dierenleven hebben. Voor de rest kunnen alle boeren gewoon blijven boeren als gemengd bedrijf, landbouwbedrijf, enzovoort met een aantal aanpassingen. Daar hoeft geen boer voor te stoppen. Boeren zijn nodig. In elk land.

De natuur is vaak gevaarlijk

Er komen steeds meer stormen en extreme weerstoestanden voor. Vooral heftige stormen kunnen bomen ontwortelen en laten omvallen. Vooral als het ook veel geregend heeft en de grond doorweekt is. De wortels van de bomen hebben in doorweekte grond minder houvast. Dat kan natuurlijk heel gevaarlijk zijn, maar is niet altijd te voorkomen. Het planten van meer bomen kan er echter voor zorgen dat er op termijn minder extreem natuurgeweld voorkomt. Daar doen we het tenslotte allemaal voor. Voorlopig moeten we ons echter houden aan de aanbevelingen van de weersdiensten als er weer eens een storm op komst is.

Ook oorlogen leveren veel teveel stikstof op

Er wordt in de media niets over gezegd, maar ook oorlogen leveren enorm veel stikstof op. De veroorzaker van een oorlog beschadigt de wereld. Degen die aanvalt is altijd verkeerd bezig. Beter is het om via discussies te proberen tot elkaar en tot een overeenkomst te komen. Verwoeste gebouwen moeten ooit weer opgebouwd worden. Ook het opruimen van puin en kapotte spullen moet daarna gebeuren, maar is niet goed voor het milieu.

De tuin in maart en de werkzaamheden daar

De tuin in maart en de werkzaamheden daar

Krokussen bloeien vaak prachtig op de meest onverwachte plaatsen in de tuin.
Krokussen bloeien vaak prachtig op de meest onverwachte plaatsen in de tuin.

De tuin in maart ziet er vaak verwaaid en rommelig uit. De wind, de sneeuw en de kou hebben hun werk goed gedaan. Blad ligt her en der, afgewaaide takken eveneens en het gazon ziet eruit alsof er nog nooit wat aan gedaan is. Het terras is vaak groen uitgeslagen en wie de vogels gevoerd heeft ziet nu de lege netjes van de zaad ballen in de struiken hangen. Hier en daar vindt u soms een walnoot, achtergelaten door een eekhoorn of kraai.

Een nestje bouwen

Merels, boekvinken, koolmezen en andere vogels zoeken droog mos bij elkaar om nesten te gaan bouwen. Vooral het losse mos op het platte dak van garages en bijgebouwen schijnt veel aantrekkingskracht te hebben. Dat is natuurlijk lekker zacht nestmateriaal om als bedje te dienen voor de nieuwe eieren en de jonge vogeltjes.

De tuin opruimen

Allereerst moet de tuin opgeruimd worden. De voorjaarsbloeiers zijn immers te mooi om ze te verbergen tussen het oude blad en de nalatenschap van de winterse buien. Er moet systematisch begonnen worden. Eerst is het gras aan de beurt. Dat moet goed afgeharkt en het mos zoveel mogelijk verwijderd worden. Eventuele takken moeten opgeruimd worden. Hebt u een eigen haard, breek dan de dode, afgewaaide takken dan op handzame stukken door en maak er bosjes aanmaakhout van. Er is voor het komende najaar immers geen beter aanmaakhout dan deze droge takjes.

Verticuteren

Na het afharken van rommel, blad en mos moet er lucht in de grond komen. Verticuteer het gras, zodat frisse lucht en de regen er goed toegang hebben. Ziet u veel onkruid, ga dat dan met een milieuvriendelijke onkruidverdelger te lijf. Zat er veel mos tussen het gras, zorg dan voor een goede gazonmest en een portie kalk, waardoor het gras beter de gelegenheid krijgt om te groeien en het mos uit te bannen. Paardenbloemen haalt u met een groot gedeelte van de wortel eruit met een flink scherp en puntig mesje. Paardenbloemen zijn immers hardnekkig en overleven bijna elke onkruidverdelger.

De borders in de tuin bewerken

Haal voorzichtig het (meestal laat gevallen beukenblad) tussen de voorjaarsbloeiers uit. Doe dat niet met de hark, want dan “kopt” u ze meestal voor het grootste gedeelte. Ook een bladblazer kan hiervoor gebruikt worden. Die zal minder schade toebrengen aan het jonge groen dat al tevoorschijn komt. De rest van de grond kunt u gewoon afharken met een bladhark. De grond in de tuin is voor het spitten immers hard genoeg. Gebruik echter niet de gewone metalen hark, want dan neemt u vaak teveel van de grond mee.

Turf, compost en koemest

Na de winter heeft de tuin meestal wel wat behoefte aan bijvoeding. Strooi er daarom vlak voor het omwerken van de grond wat turf, compost en koemest over en verwerk dat meteen met het spitten, schoffelen en harken. De regenbuien zorgen er vanzelf voor dat de voedingsstoffen bij de wortels van de planten komen. Overigens kunt u ook in plaats van compost gewone potgrond in de tuin verwerken. Daar zitten vaak meer voedingsstoffen in, dan in compost. Houd daar ook rekening mee als u van plan bent om de siertuin te vermengen met fruit- en groenteplanten. Een gecombineerde siertuin/moestuin is helemaal niet zo gek.

Snoeien in de voorjaarstuin

Snoei in de hele tuin de dode (droge en bruine) takken uit de braam, de rozenstruiken, de hortensia, enzovoort. Ze dienen nergens toe en hinderen vaak de uitloop van nieuwe takken. Haal het blad van de doornloze braam af. Dat blijft vaak tot na de winter nog aan de takken hangen. Snoei voor de rest niet teveel, want de meeste planten, struiken en coniferen zouden bij een nachtje vorst daardoor wel eens het loodje kunnen leggen.

Nog kale planten

Let op met nog kale planten als bijvoorbeeld de fuchsia, die op een beschermde plaats uit de wind buiten hebben gestaan. Sommige planten overwinteren wonder boven wonder en krijgen in april toch weer groene blaadjes. Buxus, taxus en thuja mogen bijvoorbeeld nooit gesnoeid worden als er nog nachtvorst kan komen. Dat mag echt pas na half mei.

Viooltjes in de tuin planten

In maart beginnen de voorjaarswerkzaamheden in de tuin.
In maart beginnen de voorjaarswerkzaamheden in de tuin.

Wie geen winterviooltjes in de tuin geplant heeft, kan heel vroeg in het voorjaar viooltjes planten. Ze zijn al in februari volop in de winkels te koop en veel zaken hebben aanbiedingen voor weinig geld. Wees er op tijd bij, want vooral de gele viooltjes zijn heel snel weg. Ook de vogels lusten vaak die gele bloemblaadjes, zodat het lijkt, alsof ze minder goed bloeien dan de anders gekleurde viooltjes. Een nadeel is tevens dat de merels al snel tussen de los gewoelde grond wroeten en al snel kan er dan al een plantje naast het plant gat liggen. Viooltjes kunnen echter wel wat hebben. Ook primula’s zijn mooi in de bloemenbak en houden eveneens een nachtvorstje wel uit.

Pas op met nachtvorst

Pas echter op met het kopen van geraniums, fuchsia’s, begonia’s en andere zomerplanten. Zij verdragen geen nachtvorst en mogen pas na de IJsheiligen (11 tot 15 mei) buiten geplant worden. Het planten van bomen en struiken is in deze tijd echter prima. Moet u uw tuin dus aanvullen met een boompje of een struik, doe dat dan nu. Maak wel een groot plant gat, doe daar ook water in en strooi na het planten toch voor de zekerheid nog wat turf om het stammetje heen om zo de wortels nog even te beschermen. Plant na april de uitgebloeide primula’s die u met Pasen binnen gehaald hebt, uit op een plekje in de border. Het volgend voorjaar hebt u er weer plezier van.

Groen verwijderen van terras en oprit

Behandel het terras, de oprit en het eventuele balkon met een mengsel van de helft water en de helft schoonmaakazijn. Is het erg hardnekkig, doe er dan een paar druppels afwasmiddel bij. Gebruik een handpompje en maak de tegels net nat. Meer is echt niet nodig. Dat werkt gegarandeerd en is beter dan afspuiten met een hogedrukspuit. Behandel de tegels  tijdens een droge periode van een paar dagen, zodat het de tijd krijgt om in te werken. Het is de goedkoopste methode om het groen van de tegels en stenen te verwijderen. Op die manier verdwijnt er zo goed als geen azijn in de grond. Na een paar dagen ziet u het effect al.

Onkruid

Met de bovenstaande methode wordt het onkruid en het eventuele mos al snel bruin en/of verdwijnt helemaal. Blijft er nog wat over, dan is ook daar een goede methode voor om het te verwijderen. Onkruid tussen de stenen kunt u bijvoorbeeld goed verwijderen met een borsteltje op steel, dat in de meeste tuincentra, bij Karwei, Praxis en Gamma, voor een paar euro te koop is. Overigens is gewoon, net gekookt en dus heel heet water een goede manier om het onkruid een tijd lang tegen te houden. De wortels van het onkruid zijn dan deels verbrand en hebben wat meer tijd nodig voordat ze weer groeien.

Home

Ik heb eindelijk mijn eigen plantjes gepoot

Mijn eigen plantjes zijn eindelijk gepoot

Voorjaar na de ijsheiligen! Mijn eigen plantjes zijn eindelijk gepoot! Het is gebeurd. Ik heb de stekken van de geraniums en fuchsia’s de hele winter goed verzorgd, maar nu moesten ze echt naar buiten. Ze staan in de volle grond. Elk jaar moeten ze lang wachten. Soms wil het even maar niet warmer worden. Zolang er nog vorst aan de grond gemeld word, durf ik het risico niet aan. Als de nachttemperatuur eindelijk aan het stijgen is en het gevaar geweken is, plant ik ze pas. Na 14 mei komt er bijna nooit meer nachtvorst.

Zelf gestekte zomer plantjes

Mijn zelf gestekte plantjes groeien tijdens de laatste anderhalve week nog eens flink door. Ik zet ze dan maar tegen de muur van het huis, zodat ze een ruggensteuntje hebben. Ze wekken mijn medelijden op, want ze staan vaak als een paar doorgeschoten, gammele soldaatjes te wiegelen in de wind. Ik weet echter uit ervaring dat ze een maand later al volop uitgeschoten zijn en hun stevigheid weer teruggevonden hebben. Daarna bloeien ze de hele zomer uitbundig. Het is elk jaar weer genieten.

Geraniums en fuchsia’s bloeien vaak uitbundig

Geraniums zijn heel dankbare planten, evenals fuchsia’s, en lavendel. Gemakkelijk te stekken, gemakkelijk over te houden en met een prachtige bloei. Vooral de oude soorten die je via stekken jarenlang kunt overhouden. Speciale soorten van vooral geraniums die je niet in de winkels of in tuincentra ziet. Ik zet ze niet te ver van elkaar af, zodat het allemaal lekker dichtgroeit. Tegen augustus is de voortuin dan ook bedekt met groen en bloemen. Het onkruid krijgt er dan weinig kans. Soms zie ik ineens een lange stengel van onkruid er bovenuit schieten, maar de hele zomer, tot diep in de herfst, hoeft er niet geschoffeld te worden. In de open plekken zaai ik na het uitplanten van de zomerplanten meteen nog wat leeuwenbekjeszaad uit. Die schieten snel omhoog en bloeien tegen de tijd dat viooltjes en geraniums wat minder bloemen geven.

Plantjes van kamille kruid

Kamille kruid is sterk en hardnekkig, maar dat is juist fijn. Op plaatsen waar gegraven is, of waar nieuwe wegen en bedrijven aangelegd worden, ziet u meestal koolzaad en kamille het eerst verschijnen. Het koolzaad met zijn helder gele kleur van de bloemen en het wit van het kamille kruid passen perfect bij elkaar en bedekken de kale grond totaal. Vaak komen daar ook nog eens klaprozen tussen omhoog. Een feest om te zien. Plantjes van het kamille kruid komen ook vaak vanzelf tussen de bloemen in onze tuinen omhoog. Wie die laat staan krijgt er dus gratis bloemen bij. U hoeft ze alleen uit te trekken als ze uitgebloeid zijn. Het wit van de bloemetjes staat altijd heel vrolijk tussen de bonte verzameling geraniums. Ze voegen er echt wat aan toe. Ook het dubbele knoopjes kruid mag om dezelfde reden in de tuin blijven staan.

De uitgebloeide plantjes van de vergeet-mij-nietjes

Uitgebloeide planten van de vergeet-mij-nietjes kunt u gewoon uit de grond trekken. Schud ze na het uittrekken even goed boven de grond uit, zodat de zaadjes eruit vallen en u volgend jaar weer een lichtblauw gekleurde tuin hebt. Plantjes van vergeet-mij-nietjes zijn erg sterk. Ze zijn wel tweejarig. De zaadjes zullen deze zomer plantjes vormen die het komende voorjaar weer in bloei staan. Ze kleuren de tuin en zijn meestal netjes voor 15 mei uitgebloeid, waarna ze verwijderd kunnen worden en er weer plaats is voor de eenjarige zomerplanten. Ideaal! In de winkel kosten dergelijke plantjes vaak anderhalve euro of meer, maar een keer gekocht, kunt u er op die manier jarenlang plezier van hebben.

Menietjes die je niet mag vergeten

Een tuin hoeft op die manier echt niet duur te zijn en, zoals mijn kleindochter eens een treffende definitie ervan gaf: “Vergeetmenietjes zijn menietjes, die je niet mag vergeten”. Ze wilde er meteen zaadjes van om thuis uit te planten. Zo mooi vond zij ze.

Plantjes vermeerderen

De meeste planten zijn net zo gemakkelijk te vermeerderen. Leg eens een tak van een bessenstruik op de grond. Doe er wat grond overheen en het volgende jaar hebt u een tweede bessenstruikje. Dat lukt met meer planten. Een tak van een kronkelwilg hoeft u in het voorjaar slechts een week of twee in het water te zetten en heeft dan al wortels.

De ribes is een plant van de bessensoort

Wist u overigens dat de ribes ook een plant van de bessensoort is? Ze bloeit in het voorjaar als een van de eerste struiken met leuke, rode bloemen trosjes. Haar bessen zijn net zo blauw als die van de blauwe bessenstruik, maar beslist niet eetbaar. Haar bladeren lijken echter als twee druppels water op de bladeren van de aalbessenstruiken, de struiken van de witte bessen en de struiken van de kruisbessen. Het is dus wel oppassen met kleine kinderen die dol op bessen zijn. Goed uitleggen dat die bessen niet eetbaar zijn is dan welnoodzakelijk.

Varens zijn mooi en gemakkelijk

Varens, die een tuin vaak een mooie indruk van een bos geven, vermeerderen zichzelf. Daar hoeft u niets aan te doen. Ze moeten alleen uitgetrokken of uitgestoken worden op plaatsen waar u ze niet wilt hebben. Ook kunt u ze, als ze te breed worden, gewoon halveren.

Een mooie tuin laat men vaker met rust

Een mooie tuin is een tuin, waar u allengs alleen nog maar planten hoeft te snoeien, te halveren of in toom te houden. Regelmatig komen er als vanzelf nieuwe planten in voor. Dat is te danken aan de vogels, die de pitten en zaden uit hun voeding weer uitscheiden. Die wortelen dan soms in uw tuin. Zo vindt u soms gratis en voor niets digitalis (vingerhoedskruid), jonge coniferen, taxus, een kersenboompje, de Limburgse aronskelk met zijn mooie, gespikkelde blad, of een lijsterbes. Via eekhoorntjes krijgt u soms zelfs een hazelaar in uw tuin. Eekhoorntjes verstoppen in het najaar hazelnoten overal waar zachte grond is. Wie elke week schoffelt, mist al dat moois van nieuwe plantjes. Na de voorjaarsbeurt hoeft er in de tuin niet al te veel meer te gebeuren. Af en toe met een snoeischaar naar buiten gaan en hier en daar wat snoeien is eigenlijk meestal al genoeg.

Druiven laten klimmen als een klimplant

Zorg voor wat fruit en groenten in de tuin. Goed neergezet vallen ze vaak niet eens op, maar u hebt er in de zomer wel veel plezier van via de vruchten die ze opleveren. Tomatenplanten, aardbeien, bessenstruiken, maar ook druiven storen niet in een siertuin. Een druif moet wel steun hebben aan een boog of een rek. Haar takken zijn te slap om bladeren en vruchten zelf te kunnen dragen. Na verloop van een paar jaar draagt ze aardig wat vruchten. Sommigen maken er wijn van, anderen gelei in jampotjes, of delen ze uit aan familie en vrienden. Deze druiven zijn vers en onbespoten en als zodanig gezonder dan de druiven in de winkel.

De onderhoudsvrije tuin is in de mode

De onderhoudsvrije tuin is in de mode

In een onderhoudsvrije tuin hoeft u meestal alleen te snoeien.
In een onderhoudsvrije tuin hoeft u meestal alleen te snoeien.

De onderhoudsvrije tuin is al lang ingeburgerd. Dat is best te begrijpen als je ziet hoe druk iedereen het heeft, vooral als beide partners werken en samen ook de zorg voor de kinderen hebben. Op de vrije dagen wil men dan niet graag de tuin moeten schoffelen, stoep vegen en gras maaien. De vraag is alleen of die onderhoudsvrije tuin ook zo onderhoudsvrij is! De natuur gaat immers haar eigen gang. Zelfs met worteldoek en stenen houdt u niet altijd de planten en het onkruid uit de tuin. De vraag is dan ook of die moderne oplossingen noodzakelijk zijn. Ook van boven komt er immers grond, zand en vuil op het worteldoek terecht en ook daar nestelen zich weer zaadjes van onkruid in. De natuur laat zich niet tegenhouden.

Geen gras, maar stenen in de onderhoudsvrije tuin

Veel mensen denken dat aan een betegelde tuin weinig of geen werk is en kiezen daarom voor grote, met mooie stenen of met kiezel belegde vlakken. Daar past geen groen meer tussen en er staan hooguit langs de randen een paar plantjes. Meestal zelfs dat er nog niet eens, maar staan er dan twee of drie mooie potten met wat planten op de stenen. De natuur moet het er maar mee doen.

Het grootste nadeel van een “stenen tuin” voor de natuur

Het grootste nadeel van een stenen tuin is dat het regenwater meteen in het riool verdwijnt, wat heel nadelig is voor het grondwaterpeil. De laatste jaren zakt dat steeds verder weg. De regering denkt al na over maatregelen. Mettertijd komt er vermoedelijk belasting op een te groot betegeld grondstuk van de tuin. Misschien is het goed om daar nu al rekening mee te houden.

Het risico van overstromingen

Met de klimaatverandering is ook het risico van enorme stortbuien niet meer denkbeeldig. Waar het regenwater niet meer in de grond kan zakken, stroomt het naar het riool en vandaar in onze beken en rivieren. Het riool en die beken en rivieren kunnen het op termijn ook niet meer slikken en overstromen hele wijken en delen van steden. De mens is ook vaak niet echt slim geweest door in de uiterwaarden van rivieren te bouwen. Het ziekenhuis van Venlo is daar een goed voorbeeld van. Bij heel hoog water moet het dan ontruimd worden. Waar het water bijtijds in de grond kan zakken, en de rivieren en beken ruim plaats hebben, zal minder snel een overstroming voorkomen.

Het huis met een onderhoudsvrije, stenen tuin warmt in de zomer meer op

Het is begrijpelijk om een onderhoudsvrije tuin in te richten als men een druk leven heeft, maar niet altijd even verstandig. Stenen staan er immers om bekend dat ze de warmte goed vast kunnen houden. In de zomer wordt een dergelijk stenen vlak dan ook flink heet en heeft zijn weerslag op het huis. Buiten zitten is er dan niet meer bij. Het is in een tuin met een stenen oppervlak dan gewoon niet uit te houden, of er moet al een fikse overdekking zijn en een zwembad in liggen. Behalve dat loopt al het regenwater in een betegelde tuin meteen het riool in. Het is geen wonder dat de regering al aan het denken is over een tegeltaks, op plaatsen waar het peil van het grondwater zakt.

Ook aan een onderhoudsvrije tuin is soms werk

Ook voor de onderhoudsvrije tuin is echter meer mogelijk. Men moet ook een stenen vlak regelmatig vegen of zelfs schrobben. Er waait immers altijd wel vuil, zand, blad of takjes van overal en dat kan er niet blijven liggen, zonder dat het rommelig en lelijk wordt. Op schaduwrijke plekken zullen de tegels bovendien altijd groen worden, omdat bepaalde soorten mos en minuscule plantjes vaak niet meer dan wat vocht en een beetje vuil of zand nodig hebben om op te groeien.

De tuincentra

De tuincentra en de tegelhandel behandelen de tegels vaak zo dat er volgens hen geen mos meer op zal groeien, maar dat kan niemand garanderen. De natuur zal altijd wel hier of daar een gaatje, een barstje door de vorst of een vogelpoepje vinden, waar weer een zaadje tot groei kan komen. De natuur is niet tegen te houden. Kijk maar eens naar de wegwerkzaamheden. Waar ergens een hoop grond is neergelegd zal binnen de kortste keren een natuurlijke bloementuin ontstaan van opgeschoten kamille, koolzaad, paardenbloemen en gras. Daarnaast zal op zonarme plekken altijd mos ontstaan. Ook op betegelde bodems dus.

Onderhoudsarme planten zetten

Een helemaal onderhoudsvrije tuin bestaat dus niet. Een “onderhoudsarme tuin” is een betere uitdrukking voor wat er na de eerste aanleg ontstaat. Overigens kan men ook een onderhoudsarme tuin met bloemen en groen aanleggen. Er zijn veel planten die weinig of geen onderhoud nodig hebben. Neem bijvoorbeeld de kruiden als bieslook, peterselie, selderie, laurier, enzovoort. Deze hebben zo goed als geen onderhoud nodig. U hoeft er alleen na de bloei de bloemen uit te knippen. Daarnaast hebt u er ook veel plezier van bij het koken. Niets is smakelijker in een gerecht dan verse kruiden.

Hortensia en blauwe lis passen ook in een onderhoudsvrije tuin

Even weinig werk levert de hortensia. Dit is een dankbare plant die jarenlang in de zomer bloeit. Vaak bloeit ze zelfs

Lissen zijn een dankbaar volkje in de onderhoudsvrije tuin: ze vermeerderen zich en bedekken al snel de open ruimte met blad en bloemen.
Lissen zijn een dankbaar volkje in de onderhoudsvrije tuin: ze vermeerderen zich en bedekken al snel de open ruimte met blad en bloemen.

bijna twee maanden lang. Ze doet het prima in de halfschaduw. U hoeft er in het voorjaar alleen wat dode takken uit te knippen en de uitgebloeide bloemen kunnen in het najaar nog tot een prachtig bloemstuk verwerkt worden. Lissen bijvoorbeeld vermeerderen zich snel en bedekken al gauw de open ruimte die ze van u krijgen. Daarna trekt u ze alleen maar uit waar u ze niet wilt hebben.

Huislook, bodembedekkers en mos kunnen een tuin versieren

Dezelfde eigenschappen hebben huislook en andere bodembedekkers. Die zorgen er tevens voor dat u bijna geen onkruid meer ziet. Waar een plant staat, groeit immers geen onkruid. Een andere mooie bodembedekker is overigens mos. Mos kan goed de open plekken opvullen, zodat het onkruid bijna geen kans krijgt om de kop op te steken.

Onkruid in de tuin kan ook mooi zijn

En mocht het dan toch gebeuren dat er onkruid tussen de planten staat, dan is dat nog geen ramp. Sommige soorten onkruid misstaan niet in een bloementuin en mogen er best blijven. De akelei, de aronskelk, het vergeet-mij-nietje, het witte vanillekruid, knoopjeskruid en dergelijke planten, zaaien zich vaak zelf uit en geven wat extra’s aan uw tuin. Vaak hebben ze ook nog mooie bloemen. U hoeft die planten alleen maar uit te trekken op plaatsen, waar u ze niet wilt hebben.

Genieten

Een tuin is om ervan te genieten en niet om u er kapot in te werken. Wie echter de neiging heeft om elk stukje onkruid te wieden en elk stukje aarde onkruidvrij te houden, heeft een probleem: de natuur werkt daar niet aan mee. Wie daar echter geen moeite mee heeft en met de natuur meedenkt en meewerkt, hoeft weinig aan de tuin te doen, maar heeft er een heerlijk stukje leefruimte bij, waar het in de zomertijd extra genieten is.

Planten poten met zorg

Planten poten met zorg

Planten poten is iets waar men voorzichtig bij te werk moet gaan. Als een paar doorgeschoten, gammele soldaatjes staan de afrikaantjes te wiegelen in de wind.
Planten poten is iets waar men voorzichtig bij te werk moet gaan. Als een paar doorgeschoten, gammele soldaatjes staan de afrikaantjes te wiegelen in de wind.

Planten poten gaat niet alleen over het poten van zomerbloemen, maar ook over het poten van vaste planten. Daar is soms wel wat meer zorg bij nodig. Eenmaal goed gepoot, zullen ze ook beter groeien en bloeien. Op die manier hebt u er dan meer plezier van. Vaste planten kunnen vaak tientallen jaren in uw tuin blijven staan. Bij een goede verzorging vaak zelfs nog langer. Op de foto hiernaast ziet u, naast de geraniums, ook lavendel en lissen staan. Twee vaste planten die dankbaar zijn voor een goede verzorging. De lissen kunnen bij een fikse groei gewoon gehalveerd worden en de lavendel eveneens. De lavendel kan in het najaar ook gewoon van boven gesnoeid worden, zodat de struik in de winter niet te hoog staat. Ze groeit in het voorjaar weer gewoon uit.

Stekken van planten poten

Veel vaste planten kunnen gewoon gestekt worden. De buxus vooral. Neem gewoon een stekje van de buxus, waar twee takjes aan zitten en zet dan in potgrond die u goed nat houdt. Na een week of drie schiet het takje wortel. Nog eenvoudiger is het om dit stekje gewoon in de volle grond te zetten. Wel in de schaduw, want het mag niet uitdrogen. Op die manier zijn ook veel andere planten te vermeerderen.

Let op de buxusmot

Let wel goed op de buxusmot. Dat beestje is sinds een aantal jaren vanuit de Middellandse Zee hier naar toe gekomen en voelt zich hier jammer genoeg heel lekker. Ze legt haar eitjes in de struik en als die vroeg in de lente uitkomen, vreten de groen/zwart gestreepte rupsjes uw hele struiken kaal. Opletten en vooral in de lente op tijd spuiten dus. Deze behandeling na een week of 8 dagen herhalen. Door het jaar heen kan die mot nog een keer of twee de kop opsteken, dus het is oppassen geblazen.  In het tuincentrum kunt u daarvoor wel iets om te spuiten kopen. Kijk wel uit, want wat men daarvoor speciaal aanbiedt is erg duur. Er zijn meer mogelijkheden en producten om de rups te verdelgen, die een stuk minder duur zijn en voor meer dan een behandeling kunnen dienen.

Wel genoeg water geven aan de stekken

Regent het te weinig, geef de stekken dan in het begin elke dag water. De voet van de stek mag niet uitdrogen, anders zet deze geen wortels. Laat de stekken gewoon de winter over in de tuin staan. Het volgend jaar zullen ze gaan groeien.

Coniferen komen soms vanzelf

Coniferen krijgt u vanzelf in de tuin als u veel vogels in de tuin hebt. Ze eten de zaden van coniferen en andere planten en laten die op andere plaatsen via hun vogelpoep weer vallen. Vogels zorgen vaak voor de verspreiding van zaden. Wie niet veel schoffelt, en kleine zaadjes de kans geeft om te kiemen, krijgt af en toe vanzelf kleine coniferen, een vogelkers, vingerhoedskruid of een aronskelk cadeau.

Planten poten in goede, vruchtbare grond

Niet overal in Nederland is de grond goed genoeg voor bepaalde planten. Soms moet een plantgat verrijkt worden met compost, turf of tuingrond. Vooral bij nieuwbouw is het verstandig om de tuin eerst klaar te maken voor het planten. Breng mest aan door er een jaar aardappels, lupinen of koolzaad op te zetten. Ook kunt u natuurlijk goede tuingrond laten komen, maar dat is wel een stuk duurder. Maak een plantgat nooit te klein. Wortels hebben ruimte nodig en zijn vrij kwetsbaar. Zorg dat ze ruim in het natgemaakte plantgat komen te staan en druk de grond rondom goed aan.

Planten poten en planten vermeerderen

De meeste planten zijn niet alleen gemakkelijk te poten, maar ook te vermeerderen. Het zaad van lavendelbloemen kan gemakkelijk ontkiemen. Ook kunt u kleine plantjes vinden rondom de lavendelstruiken als u er niet te vaak schoffelt. Die kunnen dan weer uitgepoot worden. Viooltjes zaaien zich eveneens gemakkelijk zelf uit. Gewoon geduld hebben en na verloop van tijd ziet u onder een oud struikje van een viooltje vanzelf nieuwe plantjes uit de grond komen.

Kamperfoelie

Kamperfoelie is nog gemakkelijker. Leg een van de takken in de grond af en dek deze op een plaats goed met grond toe. Na een jaar is er een nieuwe kamperfoelie plant met wortels ontstaan, die u weer elders in de tuin kunt zetten. Het gaat bijna met alle planten, dus ook bijvoorbeeld met bessenstruiken. Gewoon proberen en u zult er versteld van staan hoe goed het lukt.

Lelietjes van dalen, sneeuwklokjes, enzovoort

Lelietjes van dalen, sneeuwklokjes, lenteklokjes, blauwe druifjes en krokussen zijn nog gemakkelijker. Ze groeien als onkruid en vermeerderen zichzelf. Wie ze met rust laat, hoeft ze op een bepaald moment alleen nog maar te verwijderen waar er teveel zijn.

Wilde viooltjes

Voor wilde viooltjes geldt hetzelfde. Ze zijn wat kleiner dan de gekweekte viooltjes, maar zeker zo sterk. Eenmaal in de tuin werken ze vaak als een bodembedekker en hoeft u ze alleen nog maar te verwijderen waar u ze niet wilt hebben. Ook gekweekte viooltjes kunnen zichzelf uitzaaien als ze daar de tijd voor krijgen en er niet wekelijks geschoffeld wordt. Hun nakomelingen vallen vaak wat kleiner uit, dan de gekweekte soort, maar bloeien even overdadig als hun voorouders.

Frambozen en blauwe bessen

Frambozenstruiken vermeerderen zich vaak meer dan iemand lief is. De plant is net onkruid, en kan flink woekeren, maar levert heerlijke vruchten op. Soms zelfs zoveel, dat men ze niet allemaal tegelijk kan opeten. Inmaken is dan een goede mogelijkheid om er later nog van te kunnen genieten. Gewoon uittrekken waar u ze niet wilt hebben en de rest op tijd opbinden zodat de vruchten niet op de grond liggen. De blauwe bes groeit op een struik en past heel goed in een siertuin. In het voorjaar bloeit ze met witte bloemetjes, waar naderhand de blauwe bessen uitkomen. De merels zijn er dol op en niet alleen zij.

Een tuin hoeft niet duur te zijn

Als u goed rond kijkt kunt u met weinig geld een mooie, bloeiende tuin krijgen. Vraag stekjes aan vrienden, bekenden en familie. Vaak moeten die in oktober of november zelf hun tuin snoeien en dan komt er meestal wel de een of andere stek of plant vrij. Behalve dat zaaien veel planten zichzelf opnieuw uit. Dat doen viooltjes, maar ook allisum, vergeet-me-nietjes, enzovoort. U hoeft daar maar een enkel plantje van te kopen en deze na de bloei uittrekken en het zaad eruit schudden. Ze komen dan het volgende jaar vanzelf weer op. Ook het zaad van duizendschonen, leeuwenbekjes en dergelijke kunt u verzamelen en het volgend voorjaar gewoon uitzaaien.

Struiken en bomen

Hetzelfde geldt voor struiken en bomen. Van een wilg hoeft u slechts een tak in de grond te zetten en goed water te geven. Ze gaat vanzelf aan. Ook de takken van de kronkelwilg, die men ook wel als “paastakken” verkoopt, kunt u op die manier planten en tot een boom laten uitgroeien. Hetzelfde geldt ook voor noten en andere zaden. Bij de hazelaar kan de eekhoorn u helpen. Die verstopt in het najaar her en der hazelnoten en vergeet ze dan vaak op te zoeken als hij in de winter honger heeft. Daar houdt u dan een hazelaar aan over.

Vaste planten poten

Veel vaste planten kunnen heel oud worden. Rozen kunnen tientallen jaren dankbaar bloeien als ze goed gesnoeid worden. Houd wel rekening met de groei en de grootte van de planten. Zet kleine planten vooraan en de grote achteraan, zodat het ook in de zomer, en dan ook nog na jaren, een geheel wordt.

De ijsheiligen moeten voorbij zijn

De ijsheiligen moeten voorbij zijn

De plantjes staan allemaal nog in de bakjes lekker beschut te wachten tot ze na de datums van de ijsheiligen gepoot kunnen worden.
De plantjes staan allemaal nog in de bakjes lekker beschut te wachten tot ze na de datums van de ijsheiligen gepoot kunnen worden.

De ijsheiligen hebben hun feestdagen op de data, waarna de zomerbloeiers in de grond mogen. Die ijsheiligen hebben ook namen: Sint Mamertus, Sint Pancratius, Sint Servatius en Sint Bonifatius. Hun feestdagen vallen op 11, 12, 13 en 14 mei. Pas vanaf 15 mei is de kans op nachtvorst minimaal. Men heeft bij lekker warm weer vaak de neiging om de zomerplantjes toch maar wat vroeger in de grond te zetten, maar dat is niet slim. Tot de 15e kan ook de weerman zich immers nog wel eens vergissen en kan er nog wel eens een nachtje vorst voor komen.

De zomerbloeiers

Zomerbloeiers, zoals geraniums, fuchsia’s, begonia’s, vlijtige liesjes en afrikaantjes, kunnen niet tegen de vorst. Als het dan aan de grond gaat vriezen zouden de pas geplante geraniums, vlijtige Liesjes, begonia’s en Afrikaantjes daar een flinke tik van krijgen. Daardoor zou de bloei van die planten een heel stuk achterop kunnen raken. Een geranium zal van een beetje vorst niet meteen dood vriezen, maar krijgt vaak wel rode bladeren. Het duurt dan vaak een maand voordat een geranium weer knoppen zet.

Het onkruid groeit goed bij wisselend weer

Geduld dus maar tot na de feestdagen van de ijsheiligen. Het weer is in het voorjaar erg onvoorspelbaar. Veel mensen zijn dan ook verkouden door de wisselende temperaturen en de vochtige lucht. De ene dag staat er veel wind en moet de winterjas aan en de volgende dag is een hesje nog te warm. De planten in de tuin varen er echter wel bij. Zeker het onkruid dat in die tijd met vaart uit de grond schiet en als u niet oppast in een mum van tijd in bloei en in het zaad staat. Hoe groter het onkruid groeit, des te moeilijker zijn de wortels te verwijderen. Het is dan ook verstandig om daar bijtijds aan te beginnen.

De paardenbloemen storen zich niet aan de ijsheiligen

Vooral de paardenbloemen kunnen er wat van. Die hebben vaak maar een enkele, warme lentedag nodig en dan vliegen de parapluutjes met zaad alweer rond om opnieuw ieders grasveld te overvallen. Van de ijsheiligen trekken zij zich niets aan. Paardenbloemen zijn prachtig, vooral als ze in een wei met duizenden bij elkaar staan te bloeien en de bermen van de wegen fris groen en geel kleuren, maar in uw eigen grasveldje ziet u ze vast niet zo graag. Elk voorjaar staat veel mensen al klaar om ze eruit te steken, want als men dat een aantal dagen achter elkaar doet, ziet men ze in de zomer veel minder vaak de kop op steken.

Rozen snoeien kan alvast gebeuren voordat de ijsheiligen er zijn

Zolang de ijsheiligen nog niet langs geweest zijn is het beter om zich even bezig te houden met snoeien. De wilde scheuten aan de rozen moeten worden weggeknipt, de dorre takken aan de hortensia’s eveneens. Ook opruimwerk kunt u beter doen voordat het eigenlijke plantseizoen begint.

Oude bloemstengels van tulpen en blauwe druifjes

De oude bloemstengels van de blauwe druifjes en de tulpen moeten eveneens verwijderd worden, zodat de bollen weer kracht kunnen opdoen voor de bloei van het volgende jaar. De buxus kunt u beter pas snoeien na de ijsheiligen. Spuit die planten wel alvast tegen de buxusmot. Ook de taxus moet even op een snoeibeurt wachten, want die kan kapot gaan als het na de snoeibeurt toch nog even vriest.

De stekken van geraniums

Turf, compost en potgrond liggen al te wachten. De stekken van de geraniums groeien de laatste dagen zo hard dat ze vaak al bloeiend voor de ramen staan. Eigenlijk lijken ze dan meer op een stelletje magere, lange Lijzen.  Daar is echter even niets aan te doen. Als ze eenmaal buiten staan schieten ze wel weer uit. Dat is elk jaar zo. Ze moeten nog even geduld hebben. Na de ijsheiligen mogen ze naar buiten.
Het is nog even afwachten dus.