Aswoensdagen het askruisje voor de vasten

Aswoensdag en het askruisje voor de vasten

En dan is het Aswoensdag. Een grotere tegenstelling dan tussen het uitgelaten carnaval en Aswoensdag is er niet te vinden.  Het carnaval een een feest van gekte, eten, drinken, verkledingen, optochten en zich met alles en iedereen verbonden voelen. Waar het carnaval op veel plaatsen in de wereld een uitgelaten feest is, waarbij de ernst van het leven een paar dagen opzij gezet wordt, komt met Aswoensdag die ernst in alle hevigheid terug. Aswoensdag luidt voor alle katholieken het begin van de vasten in. De vasten is een tijd van boete en berouw, inkeer en bezinning. Het is tevens de herdenking van de veertig dagen vasten die Christus in de woestijn heeft doorgebracht en waar hij aan alle verlokkingen van het leven weerstand bood.

Katholieken halen op Aswoensdag het askruisje

Het askruisje, waarmee alle katholieken (en ook sommige protestanten) op Aswoensdag thuis komen, is een teken van de vergankelijkheid van het leven. Een herinnering aan het feit dat het leven eindig is en we allemaal teruggaan naar het beginstadium. Niet voor niets wordt dan gezegd: “Gedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren”. Het askruisje, dat tijdens de boeteviering wordt uitgereikt, blijft de hele dag op het voorhoofd, tot de avondlijke wasbeurt. Als kind vonden wij het altijd leuk om de askruisjes met broertjes, zusjes, vriendjes en vriendinnetjes te vergelijken.

Het askruisje is soms niet als kruisje te herkennen

Sommige priesters zijn er wat slordig in, waardoor er slechts een zwarte veeg op het voorhoofd van de gelovigen landt. Anderen zetten echter zorgvuldig een mooi, zwart kruis op het voorhoofd. De as moet wat vochtig zijn, om daar een mooi kruis mee te kunnen maken en daar zit wel eens verschil in. Droge as laat zich immers niet uitsmeren en blijft niet plakken.

Verplichte vastendagen

Twee door de kerk verplichte, echte vastendagen zijn Aswoensdag en Goede vrijdag. Op die dagen wordt van de gelovigen verwacht dat de volwassenen tussen de 18 en de 60 jaar die dagen slechts een volledige maaltijd nemen en de andere maaltijden minder eten dan anders. Vlees is die dagen verboden en wordt meestal vervangen door vis, kaas of eieren. Ook wordt er verwacht dat men dan matig is met drank. Voor de rest van de vastentijd wordt de mate van vasten aan de gelovigen overgelaten. Ook kunnen de gelovigen boete doen in de vorm van “liefdewerken”.

Haring happen op Aswoensdag

In veel delen van het land gaan gelovigen na de mis en het ontvangen van het askruisje het café in om daar te gaan “haring happen”. In feite hoort dat niet echt bij het vasten op Aswoensdag, maar het eten van vis is dat wel. Alleen wordt dat dan weer vaak stevig weggespoeld met een pint bier. Op die manier plakken sommigen nog een dagje extra aan het carnaval vast, wat eigenlijk niet de bedoeling is, maar vooral in het Bourgondische Zuiden wel getolereerd wordt.

Het verdienen van aflaten

Aflaten verdienen hoorde bij het biechten en de voorbereiding op Pasen. Aflaten verdienen kon men op diverse manieren en vormden de stenen op de weg naar de hemel. Wie veel aflaten verdiende was meer zeker van een plaatsje in het paradijs. Schoolkinderen maakten er vaak een sport van. Snel bidden, de kerk uitrennen, weer naar binnen en voor de volgende aflaat bidden. Het verdienen van aflaten is tegenwoordig zo ongeveer helemaal verleden tijd. Niemand gelooft er meer in en niemand doet er nog iets aan.

Aswoensdag is het begin van de voorbereiding op Pasen

De vasten is een voorbereiding op het hoogfeest van Pasen. In deze tijd is paars de liturgische kleur in de kerk. Vooral Aswoensdag, de Goede Week en daarin speciaal Goede vrijdag, zijn de hoogtepunten van de vasten en de herdenking aan het lijden van Christus. Elke gelovige vult deze veertig vastendagen naar eigen vermogen in. Aswoensdag en Goede vrijdag zijn echter de verplichte vastendagen, waarop men zichzelf in bedwang houdt en geen vlees eet.

Het snoepdoosje uit de jaren vijftig

De vasten is echter de vasten van vroeger niet meer. Vroeger hadden kinderen een snoepdoosje voor de vastentijd. Daar gingen alle snoepjes in die je als kind wel eens van de een of ander kreeg. Stiekem snoepen was er niet bij. De ouders controleerden het snoepdoosje soms en als een kind dan al eens in de fout gegaan was, hadden broertjes of zusjes dat al snel verklapt. Eigenlijk was dat snoepverbod niet zo erg, want als op paaszaterdag de klokken begonnen te luiden was de vasten voorbij en mocht het doosje open. Een feest voor de kinderen. Op veel plaatsen wordt dit gebruik weer in ere hersteld.
Op Aswoensdag volgt de vasten als de bezinning na het uitgelaten feest van Carnaval.

Anneke Cornelissens

Ik ben auteur, docent en zelfstandig ondernemer en heb thuis een compleet ingericht en goed functionerend kantoor. Ik heb momenteel een dubbele functie: a. Schrijver (kinder- en jeugdboeken) b. Auteur/docent van schriftelijk lesmateriaal voor volwassenen Maar ik werk ook als schrijver/tekstverwerker in opdracht. Informatie: Ik heb 14 jaar aan school gestaan en heb dus ook een volledig, uitgebreid onderwijsdiploma voor het basisonderwijs, inclusief de hoofdakte. Daarna ben ik gaan schrijven en heb in totaal 21 kinderboeken (educatief + sprookjes) en meisjesromans (“Marijke” boeken) uitgegeven. Daarvan 18 via de Zuid/Nederlandse Uitgeverij in Aartselaar (België.) Op het moment werk ik aan twee manuscripten bij diverse uitgeverijen, waarvan een voor volwassenen: een met als onderwerp "Opvoeden" en een Boek met versjes voor kleine kinderen. Een prachtig, nieuw sprookjesboek met 20 originele sprookjes van eigen hand, is sinds kort in omloop. Daarnaast ben ik breed geïnteresseerd en geef informatie over zonnepanelen, corona en de boosterprikken, bomen planten, de tuin, reizen, benzineprijzen en nog veel meer. Daarnaast heb ik in de laatste 35 jaar meer dan 90 schriftelijke lessen (administratief en andere) opgezet in verschillende vakken voor uitgeverijen van schriftelijke cursussen, waarvoor ik ook de huiswerkcorrecties en de beoordeling van de examens voor mijn rekening nam. Ik schrijf heel graag en in een voor iedereen begrijpelijke taal. Zoals u uit het bovenstaande al kunt opmerken ben ik goed onderlegd en zeer breed geïnteresseerd.